Sign In

Remember Me

De Oorlog en daarna (1940-1959)

dbfoto2Afbeelding 3.01 Elftalfoto uit ± 1946. Staand v.l.n.r.: Herman van Kleef (voorzitter), Cees Hofmans, Jo Hofmans, Anton Verhoeven, Toon van Dijk, Jan Lensvelt, Adriaan van Olst, Rien van de Broek, Johan Rozendaal, Toon Jans (secretaris-penningmeester). Zittend v.l.n.r.: Koos van Biesen (Thzn), Jos Verhoeven, Harry Verhoeven, Johan van Olst, Piet Hakkel (Fzn). Foto Dussense Boys.

Oorlogsjaren 1940-45

De naoorlogse periode is beschreven aan de hand van het notulenboek dat op 24 juni 1945 werd aangelegd door A.M. (Toon) Jans, de eerste naoorlogse secretaris-penningmeester van R.K.V.V. Dussensche Boys, welke in bezettingstijd, in 1942, als ambtenaar ter gemeentesecretarie te Dussen werd aangesteld en zich zodoende in Dussen had gevestigd. Ook is gebruik gemaakt van “Herinneringen aan Dussense Boys uit oorlogsjaren” welke Toon Jans, op verzoek, in 1990 op schrift stelde en werden interviews afgenomen bij oud-bestuursleden en (oud)-leden. Tevens werden archiefbronnen van Dussense Boys, o.m. het secretarieel archief en clubbladen Op de Slof en De Voorzet, KNVB Den Haag en Breda en Streekarchief Land van Heusden en Altena, m.n. Nieuwsblad/Sirene, geraadpleegd. Voor de verwijzingen naar de Dussense historie is o.m. geput uit de boekwerken Hank en Dussen in vogelvlucht, 1954-1994, en Water in beweging, beiden van Henk Hellegers.

Anders dan veelal gedacht wordt, ging het sportleven tijdens de Tweede Wereldoorlog gewoon door. De sportbeoefening nam zelfs toe. Dit werd ook aangemoedigd door de Duitsers onder het motto: Wer sport treibt, sündigt nicht. Pas gedurende het laatste oorlogsjaar kwam ook de sport stil te liggen. Veel attributen als doelpalen en tribunes werden door de bezetter gevorderd, terwijl ook de verslechterde fysieke toestand van menig sporter lichamelijke inspanning vaak niet meer toeliet.Bron: Tussen twee werelden, blz. 223

Wel moesten alle verenigingen zich in de zomer van 1940  bij de instanties laten registreren. Eind februari 1941 verschijnt een verordening van de Rijkscommissaris betreffende niet-commerciële verenigingen en stichtingen. Een speciaal daartoe benoemde commissaris, H.W. Müller-Lehning, krijgt het onbeperkte recht in te grijpen en verenigingen desnoods te ontbinden. Eind 1941 hebben ze bewerkstelligd dat al bijna 8.000 verenigingen en stichtingen van het totaal van 90.000  zijn opgeheven. Gelukkig werden sportverenigingen hierbij veelal ontzien.

Fusie voetbalbonden

Door de bezetting van de Duitsers kwamen de besprekingen tussen de diverse voetbalbonden om over te gaan tot een fusie in een stroomversnelling. Men wenste de bezetter vóór te zijn door zelf te gaan centraliseren. Wellicht zal er van hogerhand druk zijn uitgeoefend. Bestuursleden van de KNVB zagen de noodzaak van een dergelijke fusie zeker in. Men was overtuigd dat “het Nederlandsche volk ter behoud van zijn eigen volkskarakter en ter overbrugging van verschil van overtuiging op confessioneel en staatkundig gebied gebracht werd tot nationale eenheid ter gezamenlijke behartiging van alle volksbelangen.” Uit gesprekken die KNVB bestuurslid J. Moorman had met het erelid van de KNVB L.F. Verwoerd, leider van verschillende grote ondernemingen en advi-seur van de regering, bleek dat Verwoerd, aangezien hij “op het ogenblik de verhoudingen het beste kan peilen.”, zeer aandrong om zo snel mogelijk te fuseren: “Indien dit alles niet voor 1 Augustus in orde is, wordt er van Duitsche zijde iemand aangesteld, die boven alles staat en die alleen alles regelt.” Verwoerd drong aan op een autoritair bestuur dat uit maximaal vijf personen mocht bestaan. “Er mag op het oogenblik geen kwestie zijn van besprekingen over naam, bestuur of reglementen. Geen algemeene vergadering. Men moet autoritair optreden en houdt geen rekening met allerlei verzoeken en belangen van andere. Men hoeft slechts rekening en verantwoording te geven aan het autoritaire bestuur. De bisschoppen hebben niets in te brengen.”

In juli en augustus van 1940 werd druk vergaderd door de vertegenwoordigers van de vijf grootste bonden. In de bestuursvergadering van de KNVB van 20 juli werd het laatste voorstel over het aangaan van een fusie besproken. Men zou rekening houden met bepaalde groepen voetballers, zoals de rooms-katholieke, – jeugdgroepen, kantoor- en zaterdagcompetities. Belangrijk was ook de beslissing om de erkende bonden als onderafdelingen om te vormen. De bestuursverdeling kwam vast te staan. Bovendien werd duidelijk dat men het predikaat “Koninklijk” niet meer kon handhaven: de Bond heette voortaan weer: “Nederlandsche Voetbal Bond”.

Kort daarop gaf de Bond een communiqué uit aan zijn leden waarin gevraagd werd om begrip en medewerking zodat er “één krachtige nieuwe Bond, de NVB zal zijn ontstaan, welke opnieuw een eereplaats onder de Sportbonden in Nederland zal innemen.” Op 31 juli 1940 had de installatie van het nieuwe Bondsbestuur plaats. In het verslag van deze vergadering legde men de nadruk op de vaderlandslievende daad van dit streven naar fusie ” beteekenis van de eenheidspogingen, die van groot belang zijn voor het zelfstandig voortbestaan van ons vaderland.” De KNVB en de door hem erkende plaatselijke en gewestelijke bonden, de RKF, de ICVB en de diocesane bonden, de CNVB, de afdeling Voetbal van de NASB en de NVF hielden op te bestaan. Alle verenigingen, aangesloten bij voornoemde Bonden werden lid van de Nederlandsche Voetbal Bond.

Het indelen van de competitie was nog een emotioneel struikelblok dat door het bestuurslid K.J.J. Lotsy werd genomen. In feite bleef de oude situatie met vijf 1ste klasse afdelingen met dezelfde clubs gehandhaafd. De drie sterkste katholieke eersteklassers in elke afdeling zouden een plaats krijgen in de tweede klasse, terwijl de overige naar de derde klassen en de sterkste tweedeklassers naar de vierde klassen zouden overgaan. De resterende clubs gingen met de clubs van de NASB en de CNVB over naar de plaatselijke afdelingen. Een aparte katholieke onderafdeling met uitsluitend katholieke clubs werd niet opgericht. In plaats daarvan zou een commissie worden benoemd die de katholieke belangen zou behartigen. In iedere afdeling van de KNVB werd derhalve een Commissie Katholiek Voetbal benoemd die toezicht moest houden op de naleving van de door de kerkelijke overheid gegeven richtlijnen op geestelijk vlak, het rooms-katholieke juniorenvoetbal moest regelen en toezicht moest houden op het lagere voetbal van de katholieke verenigingen. De christelijke voetbalverenigingen werden in iedere afdeling vertegenwoordigd door een Zaterdag-Voetbal-Commissie. Boven deze commissies stond weer een Landelijke Commissie voor Zaterdag-Voetbal.

In eerste instantie was de fusie een door de oorlogsomstandigheden ingegeven maatregel. Na de oorlog ontstond er echter een geheel nieuwe situatie. De bepalingen van de fusie hield men weer tegen het licht; het moest er tenslotte sterk op hebben geleken dat deze onder Duitse dwang tot stand waren gekomen. Vooral de katholieke clubs uit Zuid-Limburg en Twente wilden weer nadenken over het feit of men wel van de NVB deel wilde blijven uitmaken. Eigenlijk was niemand tegen de fusie, maar de voorwaarden moesten uitgebreid besproken worden. Het katholieke doel van het beoefenen van de voetbalsport was immers: “de vorming en opvoeding van beginselvaste degelijke katholieke karakters.” Van de kant van de neutralen kwam de kritiek dat de katholieken teveel macht zouden krijgen gezien de vertegenwoordigingen in de besturen. Daarentegen werd ook een aparte competitie voor katholieke junioren niet op prijs gesteld. Bovendien vond men dat het Episcopaat een te grote stem in het kapittel had. De verhouding tussen het aantal leden – 50.000 katholieken en 140.000 neutralen – wettigde evenwel een duidelijke invloed van de katholieken in de vergaderingen. Men wijdde een aantal vergaderingen aan het opstellen van de fusiebepalingen met als uitkomst dat de Bond op 3 augustus 1946 de fusiebepalingen aanvaardde zoals deze in 1940 waren vastgesteld. Op 5 maart 1947 ontving de Bond een brief van het Episcopaat met de mededeling dat het geen bezwaar maakte tegen deze bepalingen. Van de zijde van de andere fusiepartners waren geen bezwaren gerezen. Daarmee was de KNVB een van de eerste ontzuilde sportbonden in Nederland.Bron: KNVB archief - Fusie, Rijksarchief Den Haag

Het waren niet de enige problemen die het voetbal ondervond door de Duitse bezetting. Na de opvallende uiting van oranjegezindheid op Anjerdag (zaterdag 29 juni 1940, de verjaardag van Prins Bernhard) moest in heel Nederland het woord “koninklijk” uit namen worden verwijderd, terwijl ook namen en functies van leden van het Koninklijk Huis verboden werden. Zodoende kregen een aantal clubs problemen met hun naam. Verenigingen die vernoemd waren naar een lid van het koninklijk huis werden gedwongen hun naam te wijzigen. Zo veranderde Wilhelmina ’26 in Aalburg haar naam in Oranje Nassau, dat vreemd genoeg geen problemen opleverde. Neo ’25 (Nederland en Oranje) moest ook verdwijnen, waarna men weer opdook onder de naam Sprang.Bron: Naar de Top 60 jr. amateurvoetbal op zaterdag 1941-2001. De heusdense voetballers van voetbalclub Juliana speldden badges op hun shirt met de naam Luliana. Onder druk van de bezetter werd de naam uiteindelijk gewijzigd in v.v. Heusden.Bron: Tussen twee werelden, blz 222 Het in 1940 in Raamsdonk opgerichtte Victoria moest in 1942 op last van de Duitse bezetters z’n naam veranderen in R.K.V.V. Raamsdonk. Dit omdat Victoria te veel associaties opriep met de door de Engelsen in 1941 gestartte V for Victory aktie.

Aan een zijden draad

Gedurende de eerste oorlogsjaren hangt ook het voortbestaan van Dussense Boys aan een zijden draad. Vanaf 1940, maar mogelijk al wat eerder, tot voorjaar 1943, wordt er wegens tewerkstelling van veel leden in Duitsland en het niet beschikbaar zijn van een voetbalveld, niet meer gevoetbald, alleen wel eens vriendschappelijk. De rest van de actieve leden wordt lid van Be Ready.

Op initiatief van Toon van Dijk vindt in 1942 in café de Koppelpaarden van Koos Leemans een oprichtingsvergadering plaats van een nieuwe voetbalclub in Dussen, R.K.V.V. Zwart-Wit. Het bestuur wordt gevormd door Toon van Dijk, Gerard Raaijmakers, Jan Lensvelt, Jan van Dortmont en Toon Jans. Men ondervindt echter veel tegenwerking van de NSB’r Kooijmans, in de functie van Gewestelijk Politiecommissaris te Eindhoven. Gedurende de oorlogsjaren was voor de oprichting van een nieuwe vereniging namelijk de toestemming vereist van de bezetter. Om deze te verwerven was onder meer uitleg vereist over het doel van de vereniging en dienden ook verenigingsreglementen overlegd (lees goedgekeurd) te worden. De nieuwe vereniging wordt door de bezetter dan ook verboden, als zijnde in strijd met de openbare orde. Na intensief overleg met de heer Dobbelsteen van de Brabantse Bond, wordt een oplossing gevonden door het voormalige Dussense Boys opnieuw leven in te blazen. Deze variant had men met succes toegepast bij de oprichting van RKC in Waalwijk in 1940, waarbij men aanvoerde dat RKC geen nieuwe club betrof, maar een fusie van drie bestaande (katholieke) Waalwijkse voetbalclubs.Bron: Provinciestad in oorlogstijd, J.Didden-M.Swarts, 1991 De heroprichting slaagt in het voorjaar van 1943, waarbij ongeveer 25 leden zich aanmelden. Zo kent de starre houding van de bezetter toch nog ’n positieve keerzijde, want mede hierdoor bleef de naam Dussense Boys voortbestaan, anders voetbalde men nu in Dussen waarschijnlijk onder de naam Zwart-Wit ’42.

Men ging voorlopig weer op de Kanaaldijk voetballen, daar dit in het Rommegat niet meer ging vanwege voornoemde en andere moeilijkheden. Voor het maken van doelen op het nieuwe veld was natuurlijk hout nodig, maar dit was alleen op de bon verkrijgbaar, zodat er wat creativiteit vereist was om dit te verwerven. Jan Lensvelt Sr., die bij een Duitse opslagplaats te Gorinchem werkzaam was, “leende” aldaar het nodige balkhout en men vond bode Nederveen van de Korn bereid om de partij hout illegaal naar Dussen te vervoeren.

Herinneringen aan oorlogsjaren

In 1990 stuurde Toon Jans een tweetal brieven vol met voetbalherinneringen aan Dussense Boys uit de bezettingstijd en van vlak ná de oorlog. Hierna volgend een samenvatting van de belevenissen welke door de voormalige secretaris-penningmeester van Dussense Boys zijn opgetekend.

Volgens Toon Jans verliep de heroprichtingsvergadering niet geheel rimpelloos. Deze vond namelijk plaats in tegenwoordigheid van de geestelijk adviseur Kapelaan de Rooij, welke later pastoor in Valkenswaard is geworden, die bij die gelegenheid de aanwezigen attent maakte op het reglementsvoorschrift dat alleen jongens van R.K. afkomst lid zouden mogen worden van de vereniging. Dit ontlokte bij bestuurslid Jan Lensvelt Sr. de volgende reactie: “Meneer de Kapelaan, moet u eens luisteren. We leven hier met een gemengde bevolking. We gaan allemaal naar de school en de kerk van onze eigen godsdienst, alleen spelen, sporten en vechten doen we samen. Zo ook voetballen, dat we op zaterdagnamiddag doen in een neutrale bond, en dat willen we eigenlijk wel graag zo houden.”

Waarschijnlijk heeft het door Jan Lensvelt Sr. genoemde spelen in de neutrale bond (de N.V.B.) op zaterdagmiddag slechts kort geduurd en dan nog uitsluitend gedurende de bezettingsjaren. Na de bevrijding voetbalde men immers weer “gewoon” op zondag, toen in de N.V.B. afdeling Brabant – waarin de R.K.F. inmiddels was opgegaan – die al snel werd omgedoopt in Koninklijke Nederlandse Voetbalbond (KNVB).

Een ander incidentje met de clerus betrof een wedstrijd, vlak na de bevrijding, op zaterdagavond, tegen het personeel van de schoenfabriek van Lee van Moergestel, Coenen en van Moergestel uit Dongen. Met Fanfare Wilhelmina voorop, voor zover dat mogelijk was v.w.b. beschikbare instrumenten, trok men gezamenlijk naar het voetbalveld. Er was die avond om 19:00 uur in de kerk ook Maria-congregatie voor de vrouwen en jongedames. Bij het horen van de muziek trok echter alles naar het voetbalveld, een verontwaardigde Pastoor van den Hoven in een lege kerk achterlatend. Die liet zijn misnoegen hierover duidelijk blijken tijdens de preek in de vroege zondagochtendmis van 7:00 uur, waarbij het bestuur van Dussense Boys bij wijze van genoegdoening in de voorste banken van de kerk had plaatsgenomen. Het bestuur vroeg daarop belet aan ná de Hoogmis, hetgeen door de pastoor geweigerd werd. Toen Pastoor van den Hoven, in z’n functie als geestelijk adviseur, op de eerstvolgende bestuursvergadering acte de présence gaf, kwam de bewuste preek alsnog aan de orde. De pastoor stelde echter: “Daar spreken we niet meer over, ik zal twee rondjes geven.” Er volgde nog diverse rondjes en er werd vreselijk om het voorgevallene gelachen. Van vergaderen is die avond niet veel meer gekomen.

In een speciale editie van het clubblad “Op de Slof” van november 1980 t.g.v. het afscheid Jo Hofmans als jeugdleider, doet Jan Lensvelt Sr. verhaal over diezelfde wedstrijd. “Jo Hofmans verdedigde het doel, zoals gewoonlijk met z’n pet op. Op een gegeven moment schiet een van de Dongense spelers op doel en een doelpunt lijkt onvermijdelijk. Met een geweldige save duikt Jo naar de bedreigde hoek, pakt de bal en bovendien nog klemvast ook. Nu was hij door die fraaie duik wel zijn pet verspeeld en als Jo ergens ’n hekel aan had, dan was ’t wel aan blootshoofd rondlopen. Dus pakt hij de bal onder de arm en loopt doodgemoedereerd het doel in, daarbij de doellijn overschrijdend, pakt z’n pet op en zet deze weer op z’n toen reeds kalende kruin. Het ging allemaal zo vanzelfsprekend dat niemand in de gaten had (ook de scheidsrechter niet) dat de bal over lijn was geweest en het dus eigenlijk een doelpunt voor Dongen was.”

Deze wedstrijd was trouwens in nog één opzicht een memorabele match. In het elftal van Dussense Boys maakte namelijk een 14 jarige jongen, Cees van Luxemburg, een verdienstelijk debuut. Uit het verdere verloop zal blijken dat de Boys uit Dussen nog veel plezier beleven van deze jeugdige, talentrijke voetballer.

Op een rustige zaterdagmiddag gingen de Boys in Herpt voetballen. Tijdens de oorlog vormden de voetbalclubs Herpt en Heusden overigens samen één team, omdat er sinds de periode november-december 1944 anders nauwelijks een volledig team op de been te brengen was.Bron: Tussen twee werelden, blz. 223 Na de wedstrijd kreeg de caféhouder toevalligerwijs juist een vat bier thuis bezorgd en dat terwijl er vrijwel nergens bier te verkrijgen was. Het vat werd vakkundig geledigd door de voetballers uit Dussen die vervolgens met een buik vol bier en een lege portemonnee op huis aan gingen. Thuis gekomen werd er gezongen: “Zonne goeie hebben we nog nie gehad.”

Tijdens de bezetting werd op de Kanaaldijk tegen Be Ready gevoetbald. Toon van Dijk fungeerde als scheidsrechter, in z’n goeie zondagse pak met de broek in de kousen, maar wel voetbalschoenen aan. Bij de stand 4-1 voor Dussen ontstond er onenigheid tussen Han Rozendaal en Ad van Velthoven met als gevolg dat de Hankse spelers boos van het veld liepen. Een paar dagen later kwam een totaal overstuur zijnde Han Rozendaal melden dat hij als onderduiker (voor de verplichte tewerkstelling in Duitsland) geen bonkaarten meer zou krijgen als hij niet z’n excuses zou aanbieden in Hank. Toon van Dijk, Jan Lensvelt, Toon Jans en Han Rozendaal zijn toen gevieren naar Ad van Velthoven geweest om de boel uit te praten, waarmee de kous af leek te zijn. Of toch niet? Dussense Boys had namelijk een uitnodiging gekregen om een huldigingswedstrijd te komen spelen tegen Raamsdonk 2 vanwege het behaalde kampioenschap. Een bevestiging van die erewedstrijd bleef echter uit. Bij navraag bleek dat er in Raamsdonk een brief uit Hank bezorgd was waarin sterk werd afgeraden om tegen Dussen te voetballen, dit vanwege lijfsbehoud!

Avondklok, verduistering, het verbieden van verenigingen, het persoonsbewijs, allemaal problemen waar nog enigzins mee te leven valt. Anders wordt dat als men verplicht naar Duitsland moet om daar voor de bezetter te gaan werken. Naast de Arbeidsdienstplicht, kregen veel Nederlanders te maken met de Arbeidsinzet. In 1940 werken al zo’n 100.000 arbeiders in Duitsland, maar in 1942 en de jaren daarna wordt het beleid aanzienlijk aangescherpt. Alle mannen tussen de achttien en vijfendertig jaar oud lopen in principe grote kans om naar Duitsland te moeten en voor honderduizenden wordt dat ook werkelijkheid. Enig alternatief is onderduiken en dat gebeurt dan ook frequent.Bron: Provinciestad in oorlogstijd, J.Didden-M.Swarts, 1991

Ook in Dussen bivakkeerden ’n aantal onderduikers. Jan Dijksman, die bij Gert Donkersloot verbleef en later nog toetrad tot het bestuur van Dussense Boys, is wellicht de meest bekende, maar bij Koekoek in de Muilkerk was een zekere Jan Smeets ondergedoken. Jan Smeets is later gehuwd met een dochter van Maar Bax. Hij kwam ook bij Dussense Boys voetballen en bleek een enorme aanwinst. Hij was een zeer getalenteerde voetballer die bij Sparta II in Rotterdam speelde. Hij heeft gedurende de bezettingsjaren toen er op de Kanaaldijk en later op de Baan bij Bertus de Wit werd gevoetbald ook de trainingen verzorgd voor de spelers van Dussense Boys.

Een jaar na de heroprichting verkreeg men ’n tijdelijk nieuw, weliswaar klein, terrein tegenover Bertus de Wit, op het 2de weiland, aan de noordzijde van de Baan. In augustus 1944 werden de openingswedstrijden gespeeld tussen Dussense Boys 2 – Drunen 2: 3-2 en Dussense Boys 1 – Raamsdonk 1: 3-2. Bij de laatste wedstrijd maakte Cees Hofmans, die als linksbuiten stond opgesteld, alle drie de doelpunten. Hier bleef men tot de evacuatie spelen.

Tijdens een uitwedstrijd in en tegen Waspik, trapte een van de backs van Waspik de bal keihard bij Jan Lensvelt in ’t kruis. Jan zakte ineen en Anton Verhoeven trad als verzorger op met water en spons. Terwijl Anton met z’n grote handen in Jan z’n voetbalbroek taste, constateerde hij dat alles nog op z’n plaats zat. Jan krabbelde maar weer eens overeind met de verbeten opmerking: “Liever sterven dan in Waspik verliezen.” De wedstrijd eindigde in een gelijkspel door een doelpunt van Waspik in de slotminuten.

Zelfs tijdens de evacuatiewinter van 44-45 werd er nog gevoetbald en werden er door leden van Dussense Boys een aantal jongens opgetrommeld om een vriendschappelijke wedstrijd te spelen tegen Kozakken Boys. Dussen speelde onder de naam De Kelderboeven. Het was tekenend voor de mentaliteit en kracht van het elftal uit die jaren dat de Boys uit Werkendam met lege handen achterbleven. De Kelderboeven wonnen met 3-2.

Weer bevrijd, mei 1945

Gedurende de oorlog onstond niet alleen een wijdverbreid verlangen naar vrede maar ook naar maatschappelijke veranderingen, met doorbreking van oude partijformaties, en economisch herstel. De hoge verwachtingen en idealen, in oorlogstijd geboren, blijken echter geen lang leven beschoren. Al snel had Nederland z’n oude zuilen weer terug en herrezen de oude vakbonden uit hun as. De Regering hield de lonen in een strak systeem van geleide loonpolitiek op een nog net aanvaardbaar minimum; nog in 1952 lagen zij onder het vooroorlogse niveau en terwijl de industrialisatiegolf die in 1948 begon in de jaren vijftig tot steeds hogere winsten leidde, hield Nederland tot 1960 op Italië na het laagste inkomen per hoofd van de bevolking van alle EEG-landen.

Ook uit de na-oorlogse notulen van Dussense Boys blijkt dat na de oorlog de draad van het “normale” leven, zo goed en zo kwaad als dat ging, weer vrij snel wordt opgepakt. In lijn daarmee wordt deze periode ook bij de voetbalvereniging gekenmerkt door ’n enorm energieke wederopbouw van de club.

Direct na de bevrijding melden veel leden zich aan en de eerste naoorlogse competitie (1945-1946) gaat men zeer voortvarend van start. Versterkt met een aantal “buitenleden” brengt men een succesvol elftal op de been. Helaas kan men deze lijn niet vasthouden en al snel dienen de gebruikelijke problemen zich weer aan zoals, het voortdurende gekrakeel rond de elftalcommissie en frequente wisselingen in het bestuur. Als een rode draad lopen daar de contributieperikelen doorheen. Bovendien slinkt weldra het ledental en als gevolg daarvan daalt ook de kwaliteit van het spel. Even lijkt het erop dat de club ter ziele zal gaan als in 1954-55 geen elftal op de been gebracht kan worden. Gelukkig dient zich in de 2de helft van de 50’r jaren een nieuwe lichting talentvolle voetballers aan, welke de club sportief gezien z’n hoogtepunt zullen bezorgen in de 60’r jaren.

Op 5 mei 1945 was de bevrijding. Men prees zich gelukkig dat de oorlogsjaren geen slachtoffers hadden geëist onder de leden. Echter, op 22 mei 1945 leed de vereniging alsnog een zwaar verlies. Gerrit van Biesen Thzn, gemeentebode en lid van Dussense Boys vond de dood bij de ontploffing van het Gemeentehuis aan de Sluis ten gevolge van een door de Duitse bezetters aangebrachte springlading; z’n kist werd gedragen door de leden van Dussense Boys. De andere slachtoffers bij deze ramp waren: Johan Schalken (Pzn), Cees van de Stelt, de Kroon en Jord van Beurden. Wonder boven wonder overleefde Nand Schalken (Pzn) ’n broer van slachtoffer Johan Schalken en ook een lid van Dussense Boys, de aanslag.

De Sirene, de naoorlogse opvolger van het tijdelijk verboden Nieuwsblad, doet het navolgende verslag over de ramp: “In het door den oorlog zwaar gehavende Dussen is het raadhuis alhier in de lucht gevlogen. De kelders van dit mooie gebouw waren gevuld met munitie en pantservuisten. De burgemeester, die zulks bij onderzoek constateerde, waar-schuwde twee leden van de binnenlandse strijdkrachten. Zij zijn met met drie andere personen die voor het raadhuis stonden bij de ontploffing om ’t leven gekomen. Een zesde persoon werd ernstig gewond. De ontploffing is vermoedelijk door een trucmijn onstaan”.Bron: Sirene, vrijdag 8 juni 1945, gedeeltelijke weergave van het verslag Om de gevolgen van de ramp nog maar eens duidelijk accentueren, bericht men enige weken later: “De wapensteen uit het raadhuis alhier geeft thans de plaats aan waar voorheen het raadhuis stond. Wanneer men niet weet waar dit gebouw gestaan heeft, is het onmogelijk zelfs maar bij benadering de juiste plaats ervan vast te stellen.”

Naar later bleek, viel er nog een 2de oorlogsslachtoffer te betreuren in de persoon van Koos Leenhouts (geboren 17-01-1900), mede-oprichter van Dussense Boys. Hij werd in de 2de wereldoorlog gedeporteerd naar Duitsland om aldaar te werk gesteld te worden. Vermoedelijk werd hij slachtoffer van de oorlogshandelingen want hij keerde niet meer terug.

Waarschijnlijk in de euforie van de bevrijding maakt de club zo vlak ná de oorlog een opvallende start. Begin 1945 telde de vereniging 56 leden, door terugkeer van leden uit Duitsland en van spelers die elders voetbalden (Be Ready) groeide het ledental later zelfs tot 76, om uiteindelijk in september 1946 op 60 leden uit te komen. De eerste naoorlogse vergadering, bij café Wed. Vermeulen, op 25 september 1945, wordt bijgewoond door 40 leden. Een vergadering die overigens ongestoord voortgang kon vinden omdat de eigenaresse van het café, Mej. Vermeulen, de voorzitter mededeelde dat “de Heer Landmeter uit ‘s-Bosch dien avond toch geen dansles meer gaf.” Men begon met een batig saldo van f. 352,82 en de contributie was f. 0,25 per week. Naast voorzitter Herman van Kleef en secretaris-penningmeester Toon Jans waren in ieder geval ook Toon van Dijk en Jan Lensvelt lid van het bestuur. De eerste naoorlogse elftalcommissie werd gevormd door Wim van Deursen, Cees van Olst, Johan Sagt, Piet Hakkel – die ’n jaar later opgevolgd word door David van de Westen – en de aanvoerder van het elftal. De kascontrole wordt gedaan door Jan van Dortmont, Johan Sagt en Anton Verhoeven.

Nieuw clubhuis

Opmerkelijk feit betreft het wisselen van clubhuis, ná de oorlog. Oorspronkelijk thuis bij De Koppelpaarden van Koos en Cato Leemans, wordt met meerderheid van stemmen café Louwke Vermeulen (thans Café De Bocht) verkozen tot het nieuwe clubhuis. Het feit dat De Koppelpaarden door de oorlogsverwoestingen aan De Sluis behoorlijk in puin lag, zal aan dit besluit mede debet zijn geweest. Voor het bestuur was het echter een pijnlijke beslissing, want dat stelde nog krampachtig voor om voor dit heikele punt nog wat extra bedenktijd in acht te nemen en het door te schuiven naar een volgende vergadering, maar de leden wilden absoluut tot stemming overgaan. Hoe dan ook men vertrok bij Koos en Cato Leemans, die nota bene in 1927 aan de wieg van de club hadden gestaan en welke beiden nog een bestuursfunctie bij de club bekleed hadden, om er in de jaren daarna niet meer – althans niet in de vorm van clubhuis – terug te keren.

In het café van Louwke Vermeulen werd ’s winters ook getraind door de voetballers. Deze trainingen werden verzorgd door ’n politieman die bij slager Frans Pennings in pension was. Dat was altijd een mooi gezicht; lichamelijke oefeningen. In eerste instantie nog met de trui aan. Vervolgens ging eerst de trui uit en even later ook het hemd, zodat men zich tenslotte met ontbloot bovenlijf in het zweet werkte. Ter afsluiting van de training volgde dan steevast ’n flinke partij vrijworstelen.

In de vergadering van september 1945 werd ook gestemd over het fenomeen “buitenleden”. Men wilde wel met een zo sterk mogelijk elftal voetballen, maar toch ook vooral de “eigen jongens” laten spelen. Uiteindelijk werd besloten het aantal buitenleden te beperken tot maximaal drie.

dilles2Afbeelding 3.02 Op de foto Dilles van de Pluijm uit Hank die in 1945-46 als midvoor bij Dussense Boys voetbalde. Foto jubileumblad 60 jaar Be Ready.

Twee van die zogenaamde buitenleden waren Dillis van de Pluijm en Gert van Hees, die te voet van Hank afkwamen om te spelen of te trainen omdat er vlak ná de oorlog in Hank nog niet gevoetbald werd. Het veld achter de Phoenix was namelijk na 1943 niet langer beschikbaar en de oplossing hiervoor door op de Platte Ka te gaan spelen werd pas eind 1945 gevonden.Bron: v.v. Be Ready 60 jaar, artikel Piet van de Pluijm Toen echter in 1946 ook in Hank het competitievoetbal weer werd opgestart, ging Dillis terug naar Be Ready, hoewel z’n overschrijving pas ’n jaar later, op 30 mei 1947, officieel bekrachtigd werd, omdat hij bij z’n aanname beloofd had minstens twee seizoenen bij de Boys te blijven voetballen. Gert van Hees bleef nog geruime tijd bij Dussense Boys spelen maar dit had alles te maken met het feit dat Gert naast voetballen ook ’n andere liefde (Adrie van Oord) in Dussen gevonden had.

De naoorlogse herstart van het voetbal in Hank werd opgeluisterd met de opening van het voetbalveld. Op uitnodiging van Be Ready speelde RKC 2 een openingswedstrijd op het nieuwe terrein. Een verslag: “Voorafgegaan door de fanfare en gevolgd door een talrijk gevolg trokken beide elftallen naar het speelterrein. Voor rust was het een gelijkopgaande strijd, doch na rust was RKC 2 volslagen in de meerderheid. Dankzij het sublieme werk van hun doelman, kon Be Ready den voor de rust verkregen voorsprong van 1 – 0 handhaven. Terstond na afloop werd weer met muziek voorop naar het clubhuis gemarcheerd. Bij het vertrekken werden de RKC’rs uitgeleide gedaan door de bloem der Hanksche schoonen. Te voet ging men naar Geertruidenberg, van waaruit de verdere reis per spoorbus werd volbracht.”Bron: Jubileumboek RKC 60 jaar, blz. 50, augustus 2002.

Na de bevrijding toog men direct aan het werk om het oude terrein in het Rommegat onder leiding van de zoons van Toon Hofmans in orde te maken, terwijl men tijdelijk weer op het veld op de Baan ging voetballen. Textiel was schaars en men maakte de truien en broekjes zelf in de kleuren wit-zwart.

Textiel was in – en ná de oorlog, zoals trouwens vrijwel alle eerste levensbehoeftes, op de bon en slechts verkrijgbaar via textielpunten. Zelfs in 1948 nog heeft het 1ste elftal van K.N.V.B. 2de Klasser  D.E.S.K. uit Kaatsheuvel slechts de beschikking over tot op de draad versleten shirts. Door in een spontane opwelling alle DESK-leden hun moeders of echtgenoten één textielpunt af te troggelen, weet men zich een nieuwe uitrusting te verwerven.

Eerste naoorlogse Kermis

Het werd een bloeiende vereniging onder voorzitterschap van Herman van Kleef. In gemeenteambtenaar Toon Jans had men een zeer actieve – en creatieve secretaris die bovendien over nuttige contacten beschikte bij de locale instanties. Men durfde het zelfs aan om in september 1945, in samenwerking met café de Koppelpaarden, de eerste naoorlogse kermis te organiseren. Bij Ko de Wijs in Oosterhout werd een feesttentNoot: De tent werd geplaatst aan de Molenkade tegenover het watergemaal Het Zuideveld, op de plaats waar later het pand van G.A. van de Pluijm gebouwd wordt en de Boerenleenbank in gevestigd wordt. gehuurd, waarin banken en tafels werden getimmerd door de leden, en het beroemde Brabantse Trio kwam optreden. De entree bedroeg f. 2,50 en naast de vele bezoekers waren burgemeester Mol en pastoor van de Hoven eregast. De netto-opbrengst hiervan was f. 779,96, waarvan f. 521,75 uit de verloting van het monument van wijlen Adolf Hitler.  Naar verluidt was het monument van wijlen Adolf Hitler een idee van Anton Verhoeven, vorm gegeven middels een foto van de gehate nazi-misdadiger, waarop men met een buks mocht schieten. Na afloop werd deze foto verloot onder de aanwezigen die door entreebetaling automatisch meedongen naar dit “aandenken”.

Voor de kermis werd een kinderdraaimolen gehaald in Breda, hetgeen ‘s-nachts moest gebeuren. Er lagen overal verhoogde noodbruggen. Het gevolg was dat de kachel in de bijbehorende woonwagen bij het oversteken van zo’n noodbrug omver viel. Nooit van hun leven hebben de Dussenaren in zo’n kort tijdbestek zoveel heiligen horen aanroepen, als door de bewoonster van de woonwagen op dat onzalige moment werd gedaan.

Clublied, september 1945

Ter gelegenheid van deze feestelijkheden is zeer waarschijnlijk ook het clublied gecomponeerd. Uit de nalatenschap van burgemeester Mol (1906-1987) kwam namelijk de tekst van een clublied van de R.K.V.V. “Dussensche Boys” te Dussen boven water. Burgemeester Mol was gedurende de 2de wereldoorlog, onderbroken door tijdelijke onderduikfases, burgemeester van gemeente Dussen. Van 1945 tot 1971 was hij eerste burger van de gemeente Waalre. Tekstschrijver van het clublied was Henk (Driek) van Engelen. De begeleidende muziek was van een nummer van Bob Scholte, de populaire Amsterdamse zanger welke onder meer ook “We gaan naar Rome” vertolkte. Henk (Driek) van Engelen, de postbode uit Waalwijk, genoot als cabaretier-imitator-komiek grote populariteit in de LangstraatBron: Provinciestad in oorlogstijd, Jack Didden en Maarten Swarts, Tilburg 1991. en was ook een zeer geziene gast op feestelijke gebeurtenissen in Dussen. Het muzikale gezelschap van Van Engelen bestond eigenlijk uit 7 muzikanten, maar als zij in Dussen hun kwaliteiten ten beste kwamen geven, dan waren ze meestal slechts met 3 artiesten vertegenwoordigd; dit vanwege de kosten. In dat geval traden Driek van Engelen, Tom Burmanje en accordeonist Frans van Straten op onder de naam Het Brabants Trio en dat was nu precies het gezelschap dat tijdens eerder genoemde eerste naoorlogse kermis op zaterdagavond in de feesttent een optreden verzorgde. Daarbij was o.a. Burgemeester Mol als eregast aanwezig.

Het idee tot het laten componeren van een clublied wordt toegeschreven aan de toenmalige secretaris-penningmeester Toon Jans. Het feit dat in het lied de clubkleuren zwart-wit worden genoemd is eveneens een aanwijzing dat het lied van vlak na de oorlog dateert omdat men toen tijdelijk deze clubkleuren heeft aangenomen. Vanwege de heersende textielschaarste waren er geen rood-wit gestreepte shirts verkrijgbaar, maar een wit tricot was altijd wel voorhanden.

Al deze opgesomde feiten zijn sterke aanwijzingen dat het clublied op die bewuste feestavond in september 1945 voor het eerst ten gehore is gebracht en zeker door de aanwezige leden van Dussense Boys uit volle borst meegezongen zal zijn. Het is bovendien zeer frappant te kunnen constateren dat de clubliedtekst inhoudelijk eigenlijk nog helemaal niets aan actualiteit heeft ingeboet.

Blijkbaar was het in die tijd – zo vlak ná de oorlog – tamelijk in zwang om een clublied te introduceren. Ook van Veerse Boys (in 1947 geschreven door Frater Hubertinus)Bron: Jubileumboek Veerse Boys 75 jaar, blz.35, Ad Soeters, mei 2002., van Be Ready (in 1948 geschreven door Ad van Velthoven)Bron: Jubileumblad Be Ready 75 jaar, mei 2002., van RKC (in juli 1946 geschreven door P.Mulders)Bron: Jubileumboek RKC 60 jaar, blz 43, augustus 2002. en van D.E.S.K. (seizoen 1946-47 schrijver/componist onbekend)Bron: Jubileumboek 350.000 uren D.E.S.K., T. Ververs,  blz. 49, 1970. is uit die periode een clublied bekend. Hierbij echter wel de kanttekening dat al deze clubliederen, in vergelijking met dat van Dussense Boys, pas zo’n 2 tot 3 jaar later het levenslicht zagen.

Er werd ook gevoetbald tijdens de oranjefeesten van 1945 aan de Korn. Achter de boerderij van Van Krimpen was een noodvoetbalveld aangelegd. De oranjemannen zouden voetballen tegen de rest van Dussen. Anton Verhoeven had zich echter vermomd als SS’r, waarbij hij met schoorsteenroet was geschminkt om er maar zo natuurgetrouw mogelijk uit te zien. Midden onder de wedstrijd komt Anton uit het struikgewas te voorschijn en springt met de bajonet op het geweer pardoes tussen de oranjemannen in. Een van de dames langs de kant schrok zo hevig dat ze verschrikt uitriep: “de oorlog is weer begonnen.” Anton werd echter gegrepen en ter plekke ontdaan van z’n uniform. Het was tevens einde wedstrijd.

Het speelveld in orde maken was geen kleinigheid, daar het omwoeld was door granaattrechters. Doch het puinafval van de door oorlogsgeweld gevelde R.K. Kerk, deed veel dienst. Toon Jans zorgde voor doelnetten die hij meebracht uit St. Anthonis waar z’n ouders woonden. Deze doelnetten waren eigenlijk afgedankte camouflagenetten van de kannonen van de Engelse militairen. Een voetbal werd aangeschaft op de “zwarte markt” in ruil voor boter en graan. Van De KNVB kreeg de club bonnen voor aankoop van 6 paar voetbalschoenen.

Op 21 oktober 1945 was het eindelijk zover dat het klaar was en kon het veld heropend worden door burgemeester Mol en ingezegend door kapelaan de Rooy in het bijzijn van pastoor van de Hoven en het Kerkbestuur. De openingswedstrijden waren: Dussense Boys 2 – Veteranen: 2-0 en Dussense Boys – Right Oh: 6-1 (Andere bronnen spreken echter van 1-5 verlies). Sommige spelers speelden op mijnwerkersschoenen met stalen neuzen, dit wegens gebrek aan voldoende echte voetbalschoenen. Aansluitend was er een Brabantse koffietafel bij Louwke Vermeulen en een feestavond welke mede werd opgeluisterd door een cabaretuitvoering van de plaatselijke Toneelvereniging Ons Genoegen.

Natuurlijk werd er niet alleen “thuis” gespeeld. Alleen, het vervoer was een probleem. Fietsen waren er bijna niet. De hele Gemeente Dussen kreeg vlak na de oorlog een totale toewijzing van slechts 24 rijwielen.Bron: Mededeling toenmalig gemeenteambtenaar Toon Jans  Dat weerhield de Dussense voetballers er niet van om naar Dongen af te reizen om een competitiewedstrijd te spelen. Op slechts 7 fietsen – nota bene voorzien van antiklap banden – maar wel met 13! spelers, ging men op weg. Door de reistijd welke met sommige uitwedstrijden gepaard ging, dreigde het (verplichte) zondagse kerkbezoek er soms bij in te schieten. Dit werd echter ondervangen door zonodig onderweg de H.Mis bij te wonen.

Competitie 1945-46

In de vergadering van 15 november 1945 wordt besloten aan de competitie deel te nemen. Voorzitter van Kleef geeft naar aanleiding van dit heugelijke besluit ’t woord aan Toon van Dijk. In een vlammende toespraak, à lá vermaard KNVB voorman Karel Lotsy, richt hij zich tot de spelers van het 1ste elftal. “Op jullie zijn morgen alle ogen gericht, namelijk van het 2de elftal, publiek en junioren. Toon vooral sportiviteit en geeft al uw krachten om de club tot den bovenste trede van de competitieladder te voeren.” Van Dijk’s toespraak miste zijn uitwerking niet.

Men ging spelen in de 1ste Klasse D van de N.V.B. afdeling Brabant. Het talentvolle 1ste elftal met de teruggekeerde gebroeders Verhoeven en Rien van de Broek, de Hankenaren Dilles van de Pluijm en Gert van Hees, maar ook Cees Stoutjesdijk en de gevestigde Dussense Boys coryfeeën in de gelederen, kende een flitsende start en behaalde overwinning na overwinning; men begon zelfs te trainen.

In De Sirene van vrijdag 4 januari 1946 een verslag van de competitiewedstrijd Dongen 2 – Dussense Boys. “In een zeer sportief gespeelde wedstrijd heeft Dussen twee kostbare punten in de wacht gesleept bij Dongen II. Nadat Dongen de leiding had, stormde de voorhoede van Dussen op de vijandelijke veste af, en weet, dankzij haar aalvlugge midvoor, nog voor de rust de leiding te nemen. Na de rust wordt de thuisclub totaal overspeeld. Het geheele elftal van Dussen toonde geen zwakke plekken. Boys a.s. Zondag zetten we het nieuwe jaar in met een klinkende overwinning, de 6de van deze competitie”.

Later kwam er de klad ’n beetje in en met name door verlies uit tegen Waspik kwam men uiteindelijk niet verder dan de 3de plaats. Er werden 14 wedstrijden gespeeld, 7 gewonnen, 3 gelijk en 4 verloren, doelsaldo 33-23.

De opstelling tijdens de helaas verloren wedstrijd tegen Waspik luidde als volgt: Doel: Harry Verhoeven, rechtsback Johan van Olst en linksback Anton Verhoeven, rechtshalf Cees Hofmans, midhalf Gert van Hees, linkshalf Rien van de Broek, rechtsbuiten Jos Verhoeven, rechtsbinnen Han Rozendaal, midvoor Dilles van de Pluijm, linksbinnen Chiel Olieslagers, linksbuiten Jan Lensvelt. Laatstgenoemde viel uit vanwege ’n blessure en werd vervangen door Piet Hakkel Fzn.

Een van de 1ste elftalspelers, Anton Verhoeven, beschikte wel over een zeer bijzonder uithoudingsvermogen. Trainde als schaatsenrijder op zondagmorgen te Amsterdam, kwam daarna per trein tot Gorinchem terug en reed dan vliegensvlug op z’n racefiets naar Dussen om mee te voetballen. Altijd stond hij fit op ’t veld en bij het nemen van vrije trappen was hij een ware schrik voor elke keeper van de tegenpartij.

Het tweede elftal speelde in de 2de Klasse D en werd dat seizoen achtste. Tijdens ’n wedstrijd van het 2de elftal, thuis tegen Wagenberg 2, liep J. (Kobus?) van den Broek een blessure op die hem het werken tijdelijk belette. Door de vereniging wordt hem een suppletie toegekend op z’n ongevallenuitkering. Op een tamelijk beschadigde foto, beschikbaar gesteld door Kobus van de Broek, staan o.m. ook Piet Schalken (Czn) en Jan Scheeren afgebeeld, welke destijds waarschijnlijk ook voor het 2de team uitkwamen.

De jeugd speelde nog niet in competitie maar wel werd besloten om vaste trainingsdagen voor de junioren vast te stellen. Direct na de oorlog werd ook om de zogenaamde Vredesbeker gevoetbald door Veerse Boys, Raamsdonk, VCW, Right Oh, Be Ready en Dussense Boys. In verband met vervoersproblemem werden alle wedstrijden afgewerkt op het oude voetbalterrein van Veerse Boys dat toen nog op Sandoel lag. De finale ging tussen Veerse Boys en Be Ready; Veerse Boys won met 2 – 1.

In de zomer van 1946 wordt door Dussense Boys een nederlaagtoernooi georganiseerd met o.m. deelname van Kaatsheuvel, Raamsdonksveer en Raamsdonk. Ook worden verenigingen van de Bovendijk gevraagd, maar die moeten afzeggen vanwege hun deelname aan de zaterdagavondcompetitie. De 1ste prijs van het toernooi is een beker ter waarde van 40 gulden. Als eerste trainer van na de oorlog wordt van der Heijden genoemd. Dit betreft waarschijnlijk Henk van der Heijden, afkomstig van Unitas, speler en deel uitmakende van de traininersstaf, die vlak ná de oorlog ook nog als trainer van v.v. Almkerk heeft gefungeerdBron: Jubileumboek Unitas 90 jaar en clubblad v.v. Almkerk Naor Vurre, okt.1995 Lang zal de verbintenis met van der Heijden niet geduurd hebben, terwijl ook over zijn functioneren niets is teruggevonden.

Op de ledenvergadering van 10 april 1946 was ook Pastoor van den Hoven present, welke de leden hun medewerking kwam vragen voor werkzaamheden aan de noodkerk; er moest met name rondom de kerk gespit worden. De leden zeggen hun medewerking toe, waarop de pastoor van zijn tevredenheid blijk geeft “Ik ben blij in mijn parochie een vereniging te hebben die weet waar haar plaats is.” Als extra stimulans, belooft hij bij oplevering van de werkzaamheden een ton bier beschikbaar te stellen. Helemaal gladjes verlopen de spitwerkzaamheden niet want in de ledenvergadering van 5 juli 1946 wordt afgesproken dat de leden alsnog hun goede wil zullen betonen, door op maandag 8 juli 1946 de wilde staking rondom de spitwerkzaamheden te stoppen.

De bouw van een noodkerk was noodzakelijk geworden omdat door het oorlogs-geweld vrijwel het gehele centrum van Dussen aan De Sluis in puin lag. Het Gemeentehuis was in z’n geheel opgeblazen en de R.K. Kerk was zwaar beschadigd. Ook de omliggende gebouwen zoals het klooster en de etablisse-menten van Koos Leemans en Hotel Heessels hadden behoorlijk geleden, doch werden weer in oude luister hersteld. De grotendeels houten noodkerk was in feite een voormalige militaire barak van het Nederlandse leger in Sleeuwijk die ter plekke werd gesloopt en op boerenkarren naar Dussen vervoerd om aldaar opnieuw te worden opgetrokken. Tot op de dag van vandaag blijft het ’n raadsel waarom de kerk niet gerestaureerd werd maar in zijn geheel afgebroken. Het feit dat het Raadhuis was opgeblazen en het besluit om het Kasteel als Raadhuis aan te kopen en in te richten, dat al vóór de oorlog was genomen, zullen hieraan waarschijnlijk wel ten grondslag hebben gelegen. Door dit besluit verdween echter wel het pittoreske hart van Dussen.

noodkerkAfbeelding 3.04 De noodkerk met pastorie was gesitueerd aan de Molenkade-Hoek, daar waar nu het Croixhof is. Nadat in 1954 de nieuwe R.K. Kerk wordt betrokken, vestigt Bas Nieuwsteeg een champignonkwekerij in het pand, welke later wordt overgenomen door Jos Reuvers. Foto Jan van Dortmont.

Opmerkelijk feit betreft de boete van 2 kwartjes welke de leden opgelegd krijgen welke zonder kennisgeving afwezig zijn op de ledenvergadering van 26 september 1946 in café L.v.d. Meulen. Van de 60 aangeschreven leden blijkt eenderde deel niet opgekomen.  De navolgende personen worden beboet: Joh.v.d.Broek, H.v.Honsewijk, A.v.Olst, A. Schalken, A. Peterse, C. de Ronde, Simon Sagt, A.v.d.Broek, Jac. van Biesen, C. Rozendaal, H. Stupers, B. Kister, W. Schalken, B.v. Mierlo, Joh.v.d.Broek, W. Leenhouts, W. Verhoeven, R. Bullens, H. v. Biesen, N. de Ronde, J. van Tilborg. Of de boete ook daadwerkelijk betaald werd valt uit de notulen niet op te maken.

Competitie 1946-47

Op 16 november 1946 wordt er een nieuwe sportvereniging in Dussen in ’t leven geroepen; een denksportvereniging. Een aantal schaakenthousiasten uit Dussen e.o. richten schaakvereniging Het Kasteel van Dussen op. De mannen van het eerste uur: Dr. Van Vuure – voorzitter, Bas Nieuwsteeg – penningmeester en Bertus Simonis Sr. (hoofdonderwijzer R.K. jongensschool) – secretaris.

Voor de nieuwe voetbalcompetitie geven zich slechts 11 van de in totaal 60 leden tellende vereniging op. Gezien de goede resultaten van Dussense Boys 1 en 2 in het voorgaande seizoen (1945-46) is het op z’n minst merkwaardig dat in het nieuwe seizoen (1946-47) Dussense Boys met slechts met één elftal in competitie gaat spelen en dan bovendien nog een klas lager, namelijk in de 2de Klasse A 303. Men speelt er tegen Veerse Boys 2, Be Ready, Waspik 2, Raamsdonk 2, Madese Boys en Right Oh 2. Veerse Boys 2 wordt kampioen, Be Ready 2de en Dussense Boys 3de met 12 wedstrijden waarvan 7 gewonnen en 5 verloren.

Blijkbaar had de naoorlogse euforie al weer snel plaats gemaakt voor de zorgen van alledag, waarbij voetbal niet de allereerste prioriteit genoot. Bovendien leed men een gevoelig verlies doordat Dilles van de Pluijm teruggegaan was naar Be Ready en omdat een aantal andere voetballers uit teleurstelling vanwege het gemiste kampioenschap gestopt waren met voetballen. Bovendien wordt uit de notulen duidelijk dat er aan ’t eind van de competitie 45-46 wat onenigheid heerst omtrent het negatieve gedrag van sommige spelers die het gemiste kampioenschap blijkbaar wat moeilijker konden verwerken. Het blijft echter gissen naar de ware oorzaak, maar dat slechts 11 leden van de 60 op zondag in competitie-verband willen gaan strijden blijft een opvallend laag aantal.

antonverhoeven2Afbeelding 3.05 Foto van Anton Verhoeven. Tijdens de Elfstedentocht van 1956. Foto Jos Verhoeven.

In de vergadering van 13 januari 1947 wordt het lid Anton Verhoeven door Burgemeester Oderkerk en Gemeentesecretaris Snijders gehuldigd voor zijn overwinningen als schaatsenrijder in de Elfmerentocht en de Sterrit naar Akkrum. Naast veel lof, hebben zij ook een fraaie eikenhouten prijzenkast voor hem in petto. In z’n huldigingstoespraak noemde Burgemeester Oderkerk Verhoeven een flinke boerenzoon, die de sport zuiver als ontspanning zag en daarbij de boerderij van zijn vader niet verwaarloosde. Hij vervolgde: “Verhoeven, gij staat bekend om uw krachten om tegen wind op de grootste successen te behalen. Welnu het gehele leven is steeds tegen wind in. Laat Dussen in u een voorbeeld zien”. Later wist Anton zelfs nationale en internationale bekendheid te verwerven in de Elfstedentochten die hij in 1956 – samen met 4 andere schaatsers – als winnaar wist te beëindigen. Al werden de vijf vanwege het feit dat ze gezamenlijk hand in hand over streep gingen juist vanwege die geste gediskwalificeerd, het blijft ’n prestatie van formaat.

dbfoto51Afbeelding 3.06 Elftalfoto van omstreeks 1947. Staand v.l.n.r.: Jan Lensvelt (bestuur), Wim Leenhouts Mzn, Sjaan Schalken, Anton Verhoeven, Han Rozendaal, Cees Hofmans, Cees Stoutjensdijk, Leo Glas, Toon van Dijk (voorzitter), Cees van Olst (bestuur). Knielend v.l.n.r.: Jos Verhoeven, Johan van Olst, Gerrit van Tilburg, Leo Leeggangers, Rinus Werters (Porc). Foto: Jo Verhoeven-Hakkel.

Op Afbeelding 3.06 is ook Rinus Werters, bijgenaamd Porc, te zien. Rinus was slagersknecht bij slager Frans Pennings. Tijdens een uitwedstrijd in Waspik kreeg Rinus het behoorlijk aan de stok met een van z’n tegenstanders. Toen hij bij deze persoon na de wedstrijd verhaal wilde halen, zette deze het echter op een lopen op huis aan, alwaar hij zich verschansste achter een hermetisch gesloten deur. Rinus, die z’n tegenstrever achtervolgd was, koelde daarop z’n woede door het achter het huis gelegen varkenskot in te duiken en het daarin aanwezige arme – van niets wetende beest ter plekke dood te steken.

Wegens vertrek naar elders van Toon Jans en het aftreden van voorzitter Herman van Kleef, wordt er in de vergadering van 13 januari 1947 ook een nieuw bestuur gevormd en wel: voorzitter – Toon van Dijk, secretaris-penningmeester – Jos Verhoeven, leden – Jan Lensvelt, David van de Westen en Cees van Olst. Anton Verhoeven wordt als trainer Noot: Cees Hofmans heeft in deze periode de jeugdtrainingen verzorgd. Mededeling Niek Leenhouts, december 2001. aangesteld (in plaats van Van der Heijden?) en de elftalcommissie wordt gewijzigd in Johan Sagt, David van de Westen, Kees Rozendaal, Aart Peters en de aanvoerder van het 1ste elftal Rien van de Broek. Herman van Kleef wordt tot erevoorzitter benoemd. Door een combinatie te vormen van de beste junioren, aangevuld met nog enkele spelers van het 2de elftal, gaat men proberen weer een behoorlijk 2de elftal samen te stellen, waar later het 1ste elftal uit moet groeien. Zowel 1ste als 2de elftal zullen getraind gaan worden door Anton Verhoeven.

dbfoto52aAfbeelding 3.07 Een jeugdelftalfoto van omstreeks 1947 waarbij de meeste spelers zich met witte haarband getooid hebben. Niet alle spelers zijn gedefinieerd kunnen worden maar staande uiterst links is Jo Hofmans met daarnaast Sjaak van de Broek, dan ?, ?, vervolgens de lange jongen: Cees van Luxemburg, met naast hem, het kleine manneke 3de van rechts: Leo Leeggangers, dan ?, uiterst rechts staat trainer Anton Verhoeven. Knielend op de voorgrond naast de keeper links Niek van Boxel en aan de andere kant naast de doelman Bertus Meijers. Foto: Jo Verhoeven-Hakkel.

In de bestuursvergadering van 19 maart 1947 ten huize van bestuurslid Jan Lensvelt, bepleit voorzitter Toon van Dijk om stappen te ondernemen om opnieuw een geestelijk adviseur bij de club te betrekken. Het is niet duidelijk waardoor er eerder een einde gekomen was aan het geestelijk adviseurschap. Tijdens de ledenvergadering een half jaar eerder voerde de geestelijk adviseur immers nog gewoon het woord. Tevens stelde van Dijk voor om in de naaste toekomst elke 2de zondag van de maand niet te voetballen, zodoende het voorstel van de geestelijk adviseur in praktijk brengend om op die dag algemeen de H.Communie te ontvangen. Het voorstel ondervindt geen tegenstand bij enig bestuurslid.

In die dagen was het niet ongebruikelijk dat door bestuur en andere belanghebbenden bij een van de bestuursleden aan huis vergaderd werd. Zo werd er ’n bestuursvergadering belegd ten huize van bestuurslid Jan Lensvelt, toentertijd woonachtig in de Dorpsstraat, het huis naast de winkel van Jan Hak (thans Glashandel Dussen), tegenover de slagerij van Frans Pennings (thans Kees Werther). De vergadering werd gehouden in de keuken, aan de keukentafel en bij de bijeenkomst was in ieder geval ook trainer Anton Verhoeven aanwezig. De gemoederen liepen tijdens het verloop van de vergadering blijkbaar hoog op, althans bij Anton. Hij had namelijk een nog op de keukentafel aanwezig brood zodanig met het daarbij gereed liggend broodmes bewerkt dat heel het brood verpulverd was.

Jo Hofmans raakt in 1947 tijdens een wedstrijd tegen Be Ready ernstig geblesseerd door een ongelukkige botsing met Ad Severijnen. Hij belandt met een kwetsuur aan de twaalfvingerige darm in het ziekenhuis.

Het seizoen 1946-47 wordt lang onderbroken door een extreem strenge winter. Niettemin besluit de KNVB de competitie volledig uit te spelen waarmee men omstreeks half juni gereed hoopt te zijn. Dussense Boys, nummer 3 in de eindrangschikking, speelt na afloop van de competitie nog een huldigingswedstrijd tegen de kampioen Veerse Boys 2. De Echo van het Zuiden doet verslag: “De gasten uit Dussen kwamen laat opdagen, zoodat de wedstrijd pas om half drie kon beginnen. Veerse Boys won de toss. De eerste minuten wisselde het spel nogal aardig, maar tot de rust toe had Veerse Boys de beste kansen en werd er voortdurend gespeeld op de Dussense helft. Er kwamen verschillende crititieke momenten voor het Dussense doel en uit één daarvan nam Van Schijndel van Veerse Boys de kans waar en scoorde 1-0. Met dezen stand was het rusten. Na de hervatting kwamen de bezoekers meer in het offensief en na vele vergeefsche aanvallen hadden zijn eindelijk succes, 1-1. De wedstrijd eindigde uiteindelijk met 3-2 in het voordeel van de Verenaren”.

Er wordt een commissie in het leven geroepen om de feestelijkheden t.g.v. het 20 jarig jubileum vorm te geven. Voorzitter wordt dhr. Barten – ambtenaar van de wederopbouw en afkomstig uit Valkenswaard, secretaris A. v.d. Broek en leden David v.d. Westen, Johan van Olst, Johan Rozendaal, Jos Verhoeven en Jo Hofmans. De commissie, waarin Jos Verhoeven een voortrekkersrol vervult, organiseert in juni 1947 een bescheiden viering van het twintig jarig bestaan met twee wedstrijden, waarvan op zaterdag een selectie-elftal van de Langstraat tegen een selectie uit Altena en ‘s-avonds bal, en op zondag bijwoning van de H. Mis, een koffiemaaltijd bij café Louwke Vermeulen, een wedstrijd tegen Be Ready en ‘s-avonds feest. De A junioren speelden enkele weken later een vriendschappelijk wedstrijd tegen hun leeftijdsgenoten van Kozakken Boys die echter met 7-3 verloren ging. Op een later tijdstip zijn de junioren nog naar de dierentuin in Rotterdam geweest, met de vrachtwagen van Bax naar Gorinchem en verder met de boot naar Rotterdam. De senioren gingen ter gelegenheid van het 4de lustrum naar het oorlogsmuseum in Overloon.

dbfoto48Afbeelding 3.08 Elftalfoto van enige jaren ná de oorlog.  Staand v.l.n.r.: Cees Hofmans, Kobus van de Broek, Anton Verhoeven, Chiel Olieslagers, Han Rozendaal, Gert van Hees?, Leo van Steijn. Zittend v.l.n.r.: Sjef Radings, Johan van Olst, David van de Westen, Rien van de Broek, Jan Lensvelt.  Foto Jan Lensvelt Sr.

Competitie 1947-48

Het seizoen 1947-48 veert de club weer op want er wordt opnieuw met 2 seniorenelftallen gespeeld en tevens 2 A-juniorenteams. Succesvol is men niet want het 1ste elftal eindigt als laatste in de 2de Klasse A 303 met slechts 4 punten, bovendien krijgt het elftal tot drie keer toe punten in mindering. Als gevolg van dit slechte resultaat moet men beslissingswedstrijden spelen tegen Be Ready 2 (de kampioen van de 3de Klasse A 306) voor het 2de klasserschap. Er wordt verloren en gelijkgespeeld, waardoor Dussense Boys 1 degradeert naar de 3de Klasse. Het 2de elftal, spelend in de 3de Klasse, eindigt in de middenmoot. De beide A-jeugdteams kunnen nog geen potten breken en worden voorlaatst, respectievelijk laatste, in de Klasse A V en A VI. Het 1ste elftal kreeg in ieder geval éénmaal punten in mindering omdat ze bij een wedstrijd op 2de Paasdag tegen WVO 2 verstek lieten gaan. Men gaf er de voorkeur aan om op die bewuste dag de in het voorgaande jaar gewonnen wisselbeker op het Paasch-toernooi van Wilhelmina ’26 te Wijk en Aalburg te gaan verdedigen.

Naast zelf voetballen mochten de leden van Dussense Boys ook graag naar het voetbal gaan kijken. Een van de favoriete clubs in die tijd was het Bossche B.V.V. dat in die jaren onder trainer Jackson veel furore maakten. Op de fiets toog men dan naar Den Bosch om het fameuse Bossche elftal aan ’t werk te zien. Nadat B.V.V. de afdelingstitel in de wacht had gesleept, ging men de daaraan volgende landscompetitie in. B.V.V. leverde een schitterende prestatie waarbij de wedstrijd tegen Ajax op “Heidelust” jaren later nog steeds tot de verbeelding sprak. Met slechts twee uitnederlagen, tegen Heerenveen en Haarlem, wist men de landstitel 1947-48 te veroveren.

Het kampioenselftal van B.V.V. Toon van Beek – het kanon, Dorus Donhuijzen – de zwerver, Van den Dungen – de spelverdeler, Piet van Overbeek – de terrier, Henk van de Langenberg – het renpaard, Vos – de taaie, Piet van de Sluys – de tacticus, Dré Saris – de gemoedelijke, Keesje Krijgh – de goochelmeester, Cor Huijbrechts – de sjouwer en Jan Remmers – de rustige.

Competitie 1948-49

In de zomer van 1949 speelde men een seriewedstrijd tegen Noad uit Wijk. De opstelling was als volgt: Doel – Jo Hofmans, backs – Anton Verhoeven en Johan van Olst, middenlinie – Kobus van den Broek, Gert van Hees en Jan Lensvelt, voorhoede – Cees Hofmans, Sjef Radings, Chiel Olieslagers, Cees van Luxem-burg en Piet Hakkel Fzn.

Hoewel het 1ste team dus feitelijk gedegradeerd was, komt men in het seizoen 1948-49 toch weer uit in de 2de Klasse A 303 en eindigt in de middenmoot. Be Ready speelt dat jaar promotiewedstrijden tegen Raamsdonk 2 en WVO 2, waarbij Raamsdonk 2 de sterkste blijkt. Dussense Boys 2 eindigt op de laatste plaats, een zelfde lot dat ook de A junioren beschoren blijkt.

In die dagen werd bij uitwedstrijden meestal provisorisch busvervoer gearrangeerd bij Kilwinger in Werkendam; kosten f.25,00 welke onderling werden betaald. Ook de meereizende supporters werden geacht mee te betalen. Na afloop van de wedstrijd werd er dan “natuurlijk” aangelegd. Bij een van die uitstapjes in Made had secretaris Jos Verhoeven herhaaldelijk geprobeerd zijn medereizigers weer opnieuw de bus in te krijgen. Toen hem dat na veel pijn en moeite uiteindelijk gelukt was, sloeg hij, lichtelijk geïrriteerd door het getreuzel van z’n ploeggenoten, de glazen deur van ’t café met een dusdanige ferme klap toe, dat de ruit sneuvelde. Kosten f. 10,00.

Soms werd ten aanzien van  de sportiviteit nog wel eens een oogje toegeknepen en streed men niet alleen voor de punten, ook bij het 1ste elftal niet. Van minstens één wedstrijd is bekend dat deze verkocht werd voor een paar flessen jenever. Een paar routiniers in het elftal gingen maar al te graag in op het aanbod van Raamsdonk om zich na de rust niet al te hard meer in te spannen, waardoor Raamsdonk in staat bleek een 1-0 achterstand om te buigen in winst en daardoor de punten mee naar huis kon nemen. Dit overigens zeer tegen de zin van een aantal jongere spelers in het elftal van Dussen.

De competitie van 1948-49 kent een merkwaardig slot. WVO 2, Raamsdonk 2 en Be Ready waren op een gedeelde eerste plaats geëindigd. Veerse Boys 2 kwam één puntje te kort, maar had geprotesteerd n.a.v. de uitwedstrijd tegen Dussense Boys. Er zou Veerse Boys 2 namelijk een penalty onthouden zijn. De competitie was al zo’n vijf weken ten einde, toen het bericht kwam, dat het protest alsnog was toegewezen. Jan Kuipers van Veerse Boys 2 werd aangewezen om de penalty te gaan nemen. Zou deze benut worden, dan zou Veerse Boys alsnog gelijk eindigen met WVO 2, Raamsdonk 2 en Be Ready. In zijn eentje kwam Jan Kuijpers naar Dussense gepeddeld om – voor de aanvang van een vriendschappelijke wedstrijd – de strafschop te nemen. Jan kleedde zich om en plaatste zich achter de bal. “Schup ‘m mar gewoon op doel, dan gaot ie er altijd in”, verzekerde de keeper (Gerrit van Tilburg, alias Krap) van Dussense Boys, die vervolgens tegen de paal ging zitten. In Dussen had men namelijk liever dat Veerse Boys kampioen zou worden, dan buurman Be Ready. Jan Kuijpers legde aan, en ……..schoot hoog over. “Opnieuw! Opnieuw!”, schreeuwden de Dussense supporters, die zwaar teleurgesteld waren. Ze wisten de scheidsrechter ook “om te praten” en de man in ’t zwart vond het toch maar raadzamer om dit “advies” op te volgen. Jan Kuijpers echter was onverbiddelijk. “Genoome is genoome”, zei hij tegen de hevig teleurgestelde Dussenaren en Veerse Boys 2 werd dus geen kampioen.

Kampioen of niet, het unieke voorval werd niettemin uitbundig gevierd; ook door pechvogel Jan Kuijpers. Volgens overlevering is Jan die avond dan ook door bevriende Dussenaren op een kruiwagen naar Raamsdonksveer terug vervoerd.

dbfoto36Afbeelding 3.09 De eerste 10 huizen in de Wilhelminastraat in Het Klein Zuideveld in de volksmond ook wel De Rimboe genoemd. Foto Jan van Dortmont.

Niet alleen bij Dussense Boys worden na de Tweede Wereldoorlog de handen ineengeslagen. Zo worden er tal van noodwoningen gerealiseerd langs de Molenkade en Hoek en al snel wordt in “de Rimboe” de Wilhelminastraat aange-legd. In de 50’r jaren krijgt de wederopbouw verder gestalte met de aanleg van de Zuideveldlaan en Munsterkerk. In 1954 wordt de Nieuwe R.K.Kerk in gebruik genomen.

Overigens wordt er niet alleen gebouwd maar ook het nodige afgebroken. Zo verdwijnt in 1960 bijvoorbeeld de tijdens de oorlogsjaren zwaar beschadigde maar oorspronkelijk (uit 1718 stammende) prachtige korenmolen De Gunst, waarop o.a. David van de Westen van 1942 tot 1946 nog als molenaar fungeerde, uit het straatbeeld van Dussen Binnen. Een zelfde lot was eerder (in 1946/47) ook al de nabijgelegen en van rond 1350 daterende Hervormde Kerk beschoren.

molengunstAfbeelding 3.10 Korenmolen De Gunst welke gesitueerd was ter hoogte van waar nu de verbindingsweg is tussen de voor- en achterstraat van Dussen Binnen. Foto Jan van Dortmont.

Voor de jeugd van Dussen was het vertier beperkt: de gebruikelijke (seizoen)spelletjes op straat, maar ook slootjespringen in Het Groot Zuideveld was geliefd en voetballen natuurlijk. Zakgeld werd verdiend door aardbeienplukken bij Spierings aan de Loswal of peeëndunnen bij de boer.

In die jaren wordt er door de jeugd van Dussen vooral gevoetbald op de “weren” naast de kerk, daar waar nu het R.K. kerkhof is gesitueerd. De weilanden achter de winkel/woning van Cor de Wit en Sim Sagt leenden zich bij uitstek voor menig partijtje, zeker omdat er in die dagen voor de jongere jeugd nog geen georganiseerd voetbal bestond. De wedstrijdbal werd meestal “geregeld” door Jan de Wit, de latere secretaris van de Boys, waarbij de winkel van Cor en Koosje de Wit als sponsor fungeerde.

Competitie 1949-50

Op 9 mei 1950 wordt besloten niet naar de oorspronkelijke clubkleuren terug te keren maar de witte trui te handhaven en de oorspronkelijk zwarte broek te wijzigen in een rode broek. Dit besluit zal mede genomen zijn op economische gronden, omdat de aanschaf van nieuwe rood-wit gestreepte shirts waarschijnlijk vrij kostbaar geweest zal zijn. Ter compensatie voor de extra kosten voor de nieuwe broeken wordt voorgesteld een kledingfonds op te richten.

Men speelt dat seizoen (1949-50) weer met slechts één elftal in competitie, ingedeeld in de 3de Klasse A 306. Niek Leenhouts (Mzn) stelt zich beschikbaar als terreinverzorger. Het theedrinken tijdens de rust van de wedstrijd doet blijkbaar zijn intrede want het lid Sjef Radings – die later met zijn gezin naar Australië emigreerde – oppert op de ledenvergadering tijdens de rondvraag “thee te schenken in de rust”. Of dat de thee zo’n goede uitwerking op het spelpeil had of wellicht de lage indeling, dat blijft de vraag. Men behaalt echter wel met vlag en wimpel het kampioenschap: 26 punten uit 14 wedstrijden, doelsaldo 106 voor en 16 tegen. De promotiewedstrijden gaan tegen TSC 3, waarvan wordt gewonnen en verloren, zodat een 3de beslissende wedstrijd noodzakelijk is. Deze gaat echter jammerlijk met 6-0 verloren.

Onbetwiste kraker dat seizoen is de thuiswedstrijd tegen Veerse Boys 3. De Verenaren nemen aanvankelijk nog een 0-1 voorsprong maar dan komt Dussen op stoom. Op de linkervleugel van Dussen acteert een jonge maar buitengewoon voetbalbegaafde aanvaller die in die wedstrijd maar liefst 27!! keer tot scoren komt. De wedstrijd wordt uiteindelijk met 30-1 in het voordeel van de Boys uit Dussen afgesloten.Bron: Mededeling Cees van Luxemburg, november 2001 De naam van die Dussense linksbuiten: Cees van Luxemburg. Geen wonder dat de talenten van Cees al snel worden opgemerkt door hoger spelende clubs uit de omgeving, waardoor hij een paar seizoenen later de club zal verlaten om hogerop zijn kunnen te gaan beproeven.

Het was bepaald geen vetpot in die eerste naoorlogse jaren en veel Nederlanders zagen dan ook geen toekomst meer in Europa. NIPO enquêtes wezen uit dat een kwart tot een derde het liefst zou emigreren; in april 1948 daalde het percentage antwoorden “blijft liever in Nederland” zelfs tot het historisch dieptepunt van 56,5 procent.Bron: De eeuw van mijn vader, Geert Mak, 2001 Ook mensen uit de Dussense gemeenschap, waaronder leden van Dussense Boys (o.a. Sjef Radings, Bas Nieuwsteeg en Cor van Olst) scheepten zich met hun gezin in voor een nieuwe toekomst in Australië of Canada.

Toch ondervindt het verenigingsleven een stimulans van de als maar toenemende vrije tijd. Zo wordt bijvoorbeeld in Dussen op 12 oktober 1949 de Hengelsportvereniging Het Loze Vissertje opgericht, die bij hun 25 jarig jubileum in 1974 het predikaat Koninklijk Erkend blijkt te voeren.

Competitie 1950-51

Het seizoen 1950-51 wordt afgesloten met een nadelig saldo van Hfl 133,69, hetgeen vooral veroorzaakt wordt door de verre busreizen naar uitwedstrijden van het 1ste elftal. Men speelde o.a. tegen VOV – Langeweg, Siveo – Lage Zwaluw, TPO – Moerdijk, DHV – Zevenbergsche Hoek en VCW – Wagenberg.  Tot aanvoerder en reserveaanvoerder van het 1ste elftal worden gekozen Jos Verhoeven en Gerrit van Tilburg (Krap).

tleeggangers1Afbeelding 3.11 Legitimatiebewijs uit 1950 van B-junior Theunis Leeggangers. Het bewijs was geldig voor jeugdspelers t/m 14 jaar. Beschikbaar gesteld Theunis Leeggangers.

Het 1ste elftal eindigt in de middenmoot, het 2de elftal wordt voorlaatste in de competitie. Ook neemt een B-junioren elftal aan de competitie deel. Ze doen het verdienstelijk met 7 keer winst en 9 maal verlies. In dat seizoen worden ook voor het eerst de identiteitskaarten ingevoerd voor de jeugdelftallen. Leo van Steijn wordt contributieophaler en Koos Wijtvliet gaat de functie van waarnemend-voorzitter bekleden, waarbij hij zich o.m. gaat belasten met het opstellen van een nieuw Huishoudelijk Reglement omdat het oude reglement in de oorlog is zoekgeraakt. Tijdens de ledenvergadering wordt voorgesteld het voetbalveld bij thuiswedstrijden van het 1ste elftal af te schermen, omdat er teveel toeschouwers vanaf de Rommegatsedijk – zonder entreebetaling – de wedstrijden plegen te volgen.

Korfbalclub

Al vóór 1951 was er in Dussen sprake van korfbal. Zo valt bijvoorbeeld uit mededelingen in Het Nieuwsblad op te maken dat er reeds voor de oorlog (april 1935) ’n vereniging bekend was met de naam Rust Roest, welke z’n terrein had aan de Straatweg. Gezien de terreinligging kan dit echter ook een Hanks initiatief geweest zijn.

korfbal2Afbeelding 3.12 De korfbaldames in actie tijdens een uitwedstrijd in en tegen Moerdijk in april 1951. V.l.n.r. Zus de Wit, Adrie Verhoeven, onbekende speelster, Cock Heijmans. Foto Nel van Mierlo, april 1951.

Later, vermoedelijk begin 50’r jaren, werd op het voetbalveld in het Rommegat gekorfbald onder de naam Swift. Men speelde in de kleuren wit-blauw. Een opstelling van deze laatste vereniging: Aanval: Jaantje Hakkel, Sientje Vollebregt, Dina Meijers, Betsie Verhoeven. Middenvak: Johanna Verhoeven, Sjana Heijmans, Marie Scheeren, Toos Verhoeven. Verdediging: Adrie Verhoeven, Wies Schelle, Jo Verhoeven, Zus de Wit.Bron: Extra editie Op de Slof - Afscheid Jo Hofmans, Jan van Dortmont, 1980

Korfbalvereniging Swift is blijkbaar ook toegetreden tot de gelederen van Dussense Boys, want in de jaarvergadering van 19 mei 1957 complimenteert voorzitter Gerrit van Bussel de dames met goede resultaten behaald. In dezelfde vergadering wordt ook een dagelijks bestuur voor de korfbalclub verkozen. Cock Heijmans wordt voorzitter en Nel van Mierlo secretaris. Helaas is niet achterhaald kunnen worden wanneer de korfbalactiviteiten onder de vlag van Dussense Boys beëindigd zijn.

korfbal1Afbeelding 3.13 De korfbaldames José Hakkel (links) en Nel van Mierlo in korfbaltenue gefotografeerd voor de deur van het klooster. Foto Nel van Mierlo, zondag 15 april 1951.

Hoewel niet genoemd in de opstelling van Jan van Dortmont, moge uit de foto’s blijken dat ook Nel van Mierlo, José Hakkel en Cock Heijmans actieve leden waren van deze korfbalclub, maar waarschijnlijk nog meer dames uit Dussen.

Competitie 1951-52

Het nieuwe seizoen 1951-1952 slaagt men er in dusdanig ingedeeld te worden dat men niet meer zo ver behoeft te reizen, hetgeen de clubkas ten goede komt. Maar dat is dan ook gelijk het enige wapenfeit want zowel Dussense Boys 1 als 2 eindigen dat jaar in de onderste regionen van de 2de, respectievelijk 3de Klasse. De contributie per week wordt vastgesteld: 15 cent >17 jaar en 5 cent. Volgens Jos Verhoeven “Te betalen op een contributiekaart met 52 vakjes. Deze kaart werd aangekruist (later afgestempeld) door contributieophaler Jo Hofmans en de opbrengst hiervan van tijd tot tijd bij mij als secretaris penningmeester afgedragen.”

Het totaal aan clubinkomsten bedroeg zo’n 200 gulden, net genoeg voor aanschaf van de ballen f. 23,00, pacht van het veld f. 70,00, bondscontributie en reclamebiljetten. Het veldonderhoud en speelgereedmaken werd bij toerbeurt gedaan. Maaien gebeurde met de maaimachine waarvoor ’n paard was gespannen en de lijnen werden gezet met als enig materiaal kalk en ’n handveger. Het gebeurde daarbij niet zelden dat er een hooiopper verzet moest worden of een koeienvlaai geruimd.

dbfoto1Afbeelding 3.14 Elftalfoto van omstreeks 1948. Staande v.l.n.r. Toon van Dijk, voorzitter, Jan Lensvelt, Niek van Boxel, Leo Leeggangers, Chiel Olieslagers, Cees van Luxemburg, Cees Hofmans, Leo van Steijn, David van de Westen. Knielend v.l.n.r.: Johan van Olst, Sjef Radings, Gerrit van Tilburg, Jos Verhoeven, Kees van Boxel en André Leenhouts. Foto Dussense Boys.

Voetbaltalent

Dussens’ grootste voetbaltalent in die dagen heette Cees van Luxemburg. Cees had zich in z’n jeugdige overmoed echter nogal ongelukkig uitgelaten tegen een van de eerwaarde zusters van het meisjespatronaat, die zich daarover beklaagde bij pastoor van den Hoven. De pastoor, Cees z’n voetbalpassie kennende, stuurde daarop een mededeling naar Dussense Boys dat Cees van Luxemburg tot nader order niet opgesteld mocht worden in enig elftal, dit op straffe dat Dussense Boys het recht zou verliezen om van het voetbalterrein – dat eigendom was van de R.K. Kerk – gebruik te mogen maken. Met Kerstmis werd wederom een parochiaal schrijven bij Dussense Boys bezorgd, waarbij de schorsing van Cees werd opgeheven.

Cees z’n opvallende voetbaltalenten bleven natuurlijk niet onopgemerkt voor de buitenwacht. In 1952 ging hij bij het in de 3de Klasse van de KNVB spelende Baardwijk, waarvan de officiële naam in die tijd Juliana was, voetballen, dat hem een onkostenvergoeding voor het trainen en spelen van wedstrijden in het vooruitzicht stelde. Hoewel Cees z’n hart eigenlijk bij het voetbal in Dussen lag, kon hij het genereuze aanbod niet negeren.

In z’n eerste jaar bij Baardwijk promoveerde men prompt naar de 2de Klasse, waar men hevige duels uitvocht met o.m. DESK Kaatsheuvel, TOP Oss, OSS ’20, JVC, maar ook Uno Animo, Schijndel, Sarto e.a. Al snel werd hij verkozen in het vertegenwoordigde elftal van De Langstraat en ook voor het militaire elftal wist men hem te vinden. in het seizoen 1955-56 kwam de klad er ’n beetje in, Baardwijk wist zich tenauwerhoud van degradatie te vrijwaren en eindigde op een voorlaatste plaats; net voor SET en juist onder Uno Animo.

baardwijk51_53Afbeelding 3.14a Elftalfoto van het team van Baardwijk uit de jaren 1951-1953 met Cees van Luxemburg, staand in het midden op de achterste rij

In 1956 kwam Baardwijk onder de bekwame leiding van speler/trainer Antal Nagy, een gevluchte Hongaarse international die nog met Ference Puskas, Sandor Kocsis, Zoltan Czibor en Nandor Hidegkuti in het fameuze Hongaarse elftal gespeeld had dat in 1953 het trotse Engeland in het eigen Wembley stadion met 3-6 vernederde; Hidegkuti scoorde toen ’n hattrick. Nagy kon echter ook niet verhinderen dat Baardwijk in het seizoen 1956-57 degradeerde uit de 2de Klasse A; uit 22 wedstrijden behaalde men slechts 13 punten.

In z’n Baardwijkse tijd speelde Cees prachtige wedstrijden voor de beker tegen P.S.V., met o.m. Coen Dillen in de gelederen, en Noad Tilburg die enkele jaren daarvoor (1954) tot de rijen van het betaalde voetbal waren toegetreden. Voor Cees heeft er een profcontract nooit echt ingezeten, vooral ook omdat hij uiteindelijk toch de voorkeur gaf aan z’n maatschappelijke carrière bij de Landmacht. Na vijf seizoenen keerde hij in 1957 – naar eigen zeggen – met veel plezier weer terug naar Dussen om er ’n jaar later als speler-trainer de promotie naar de 1ste Klasse mede te bewerkstelligen. De degradatie van Baardwijk zal vermoedellijk ook wel een rol gespeeld hebben bij Cees’ besluit om op het oude nest in Dussen terug te keren.

Kaartjeskwestie

De vergadering van 17 juli 1952 draagt een tumultueus karakter. Dit kwam mede door allerlei problemen welke zich in de slotfase van het voorbije seizoen hadden afgespeeld, waarbij spelers geweigerd hadden om nog langer mee te spelen en de elftalcommissie, met o.m. Frans Leeggangers in de gelederen, er het bijltje bij had neergegooid. Daarbij werd zittend voorzitter Van Dijk verweten dat hij zich te weinig bij de wedstrijden liet zien omdat hij de voorkeur gaf aan het bezoeken van de wedstrijden van NAC Breda.Bron: Mededeling Jos Verhoeven, augustus 2001   Als gevolg hiervan bespeurde Toon van Dijk bij de periodieke bestuursverkiezing – na twee stemrondes – onvoldoende vertrouwen bij de leden om hem opnieuw het voorzitterschap toe te kennen. Hij trok zich daarom als kandidaat terug en in zijn plaats werd Frans Leeggangers als voorzitter gekozen.

Ook vice-voorzitter David van de Westen, die Toon van Dijk bij gelegenheid van andere bestuurlijke beslommeringen nogal eens verving, werd door de leden niet herkozen en moest het veld ruimen voor Johan Sagt. De hele gang van zaken leidde er uiteindelijk toe dat ook secretaris-penningmeester Jos Verhoeven, mede vanwege andere bestuurlijke beslommeringen, later in het jaar zijn functie neerlegde.

Door deze coup, komt een onverkwikkelijk maar helaas wel definitief einde aan een 25 jarige bestuursperiode (vanaf de oprichting) van Toon van Dijk. Na lange tijd als secretaris-penningmeester te hebben gefungeerd, wordt hij bij de heroprichting in de oorlog en vervolgens in de eerste jaren ná de oorlog, eerst “gewoon” bestuurslid en in 1947 voorzitter. Gedurende al die jaren heeft hij altijd een toonaangevende – en leidende rol vervult bij Dussense Boys. Bovendien genoot hij aanzien bij de meeste leden en maakte daar op gezette tijden gebruik van om z’n pupillen stichtelijk toe te spreken.

Hoe dan ook, de wijze waarop voorzitter Van Dijk en Dussense Boys uit elkaar gingen, stond in schril contrast tot diens verdiensten voor de club gedurende de gepasseerde kwart eeuw. Gelukkig wordt het gebeuren door Van Dijk sportief opgevat want hij blijft lid en in z’n functie als lokaal bestuurder zal hij achter de schermen nog blijven werken aan een beter speelveld voor de club.

Mede aanleiding voor het gekrakeel was de verdeling van kaartjes voor de interland België – Nederland in de Hel van Deurne te Antwerpen. Deze kaartjes werden zéér laat – op vrijdag voorafgaande aan de wedstrijdzondag – ontvangen en omdat het bovendien een wedstrijd in het buitenland betrof, waarvoor een paspoort benodigd was en het vervoer per eigen gelegenheid diende te geschieden, besloot men de kaartjes onder de bestuursleden te verdelen.

Competitie 1952-53

De nieuwe voorzitter wordt al direct geconfronteerd met ’n aantal problemen. Zo diende er ’n nieuwe secretaris-penningmeester (Han Rozendaal) gezocht te worden, terwijl ook het innen van contributie – de enige bron van inkomsten van de vereniging – moeizaam verliep. Bovendien was de nieuwe voorzitter omstreden bij een deel van de leden, zeg maar de aanhangers van Toon van Dijk en Jos Verhoeven. Ook kan men dat seizoen (1952-53) slechts één seniorenelftal op de been brengen, dat bovendien weer laag is ingedeeld in de 3de Klasse. Het elftal wordt wel kampioen, maar ziet om onbekende redenen af van de promotiewedstrijden.

Wellicht had dit te maken met de watersnoodramp welke het gebied in februari 1953 trof, want de notulen van 1953 ontbreken, zodat er waarschijnlijk geen ledenvergadering heeft plaatsgevonden. Ondanks al deze perikelen weet het enige jeugdelftal in competitie bij de B-junioren toch nog ’n fraaie 2de plaats te bewerkstelligen. Jos Verhoeven stopt in 1953 met voetballen vanwege een hardnekkige blessure. Men slaagt erin om weer een elftalcommissie, annex strafcommissie, te formeren, terwijl ook de geestelijk adviseur opnieuw acte de présence geeft. Gezien de penibele financiële situatie van de vereniging, komt deze met de toezegging dat de vereniging gedurende de komende twee seizoenen geen veldhuur behoeft te betalen. Naast Jo Hofmans gaat ook Johan Leenhouts zich met de jeugd bezighouden.

dbfoto55Afbeelding 3.15 Jeugdelftalfoto waarschijnlijk daterend omstreeks 1952. Staand v.l.n.r.: Jo Hofmans (leider), ?, Frits Leenhouts, Adriaan van Dortmont, Leo Meijers, Toon van Biesen?, Theunis Leeggangers, Leen Verduin, Johan Leenhouts, Kees van Boxel. Knielend v.l.n.r.: Gert Donkersloot, Jo van Boxel, Dion Schalken?, Benny Simonis, Bart Schalken. Foto Jo Hofmans.

In 1952 wordt de Afdeling Dussen van de Koninklijke Nederlandse Vereniging E.H.B.O. opgericht. Na verloop van een aantal jaren zal blijken dat het met name leden van de EHBO zijn, waaronder Jos de Ruijter en Jan Dijksman, die de eerste aanzet geven tot introductie van medische verzorging en blessurebehandeling tijdens voetbalwedstrijden bij Dussense Boys.

De watersnood van 1953

watersteegAfbeelding 3.16 Het is een drukte van belang aan De Putten, waar de inwoners van Dussen de schade opnemen. Gezicht op de Nieuwe Steeg met het water tot aan de kruin van de Dorpsstraat. Foto Jan van Dortmont.

Nog maar amper hersteld van het spervuur in het laatste oorlogsjaar, wordt Dussen in de nacht van 31 januari op 1 februari 1953 opnieuw door een ramp geteisterd. Opgezweept door een noordwesterstorm, stijgt het water tot zulk een hoogte, dat de St. Ignatiusvloed een feit wordt.

Om zes uur ‘s-ochtends komt het water over de Buitendijk en Peerenboomsedijk en doet de Zuid Hollandse polder volstromen. Het water staat tot aan de Hoge Zeedijk in Dussen, en verder langs de Kornse Dijk, die in de loop van zondag op enkele punten overstroomt. Hierdoor bereikt het water de lager gelegen Dussense polders: Noorderveld, Den Duyl en Zuideveld, die langzaam onder water lopen. Het water staat dan al tot de Hillsche Steeg, Munsterkerk en Hoek.

In de loop van zondag komt het bericht door dat een dijkdoorbraak bij Sleeuwijk dreigt, welke voor Dussen fatale gevolgen zou hebben. De algehele noodtoestand wordt uitgeroepen en de inwoners van Dussen krijgen aanzegging te evacueren. Een deel van de bevolking geeft geen gehoor aan deze aanzegging.

In de loop van maandag zijn de vervoermiddelen voorhanden zodat iedereen die dat wil weg kan. Vooral vrouwen en kinderen maken er gebruik van en zij worden ondergebracht in Heusden, Drunen en Waalwijk. Na dinsdag lijkt de storm te gaan liggen en het waterpeil daalt enigszins om zich heel langzaam terug te trekken een ravage achterlatend. In Dussen lopen 70 woningen meer of minder ernstige waterschade op. Een vijftal huizen aan de Oude Zeedijk en Dussensedijk zijn compleet vernield. Na een week of twee beginnen de meeste geëvacueerden weer terug te komen en kan een aanvang gemaakt worden met de herstelwerkzaamheden.

wateroudestraatAfbeelding 3.17 Gezicht op de overstroomde Zuid-Hollandse Polder vanaf de stoep aan de Oude Straat. Op de foto o.m. 3 leden van Dussense Boys uit die tijd. Op de voorgrond – met fietsbanden – Jan van Luxemburg. De mannen met pijlstok zijn: links Rien Bullens en rechts Jos Verhoeven. Foto Jan van Dortmont.

Watersnoodwedstrijd

Nederland heeft het profvoetbal te danken aan elf mannen die op donderdagmiddag 12 maart 1953 in Parijs de Watersnoodwedstrijd speelden. Een bijzondere wedstrijd: elf Nederlandse, in het buitenland spelende profs, tegen het sterke nationale elftal van Frankrijk dat kort daarvoor nog van toplanden als West-Duitsland en Oostenrijk had gewonnen. Frankrijk biedt de KNVB een interland aan ten bate van de slachtoffers van de watersnoodramp. De bond weigert, doodsbang dat de Nederlandse amateurs flink zullen worden afgestraft. Theo Timmermans van Nîmes bedenkt dan het plan om met Nederlandse profs, voetballend in het buitenland, tegen Frankrijk te spelen. De KNVB gaat uiteindelijk mokkend accoord, maar Karel Lotsy kan het niet opbrengen naar Parijs te komen. Abe Lenstra wel, en hij kijkt z’n ogen uit. En hij niet alleen. Naar schatting achtduizend Nederlandse voetballiefhebbers zijn naar Parijs gereisd. Oranje – dat overigens van de KNVB geen oranje shirts mocht dragen – speelt met Frans de Munck, Bram Appel, Cor van der Hart, Rinus Schaap, Gerrit Vreeken, Joop de Kubber, Arie de Vroet, Jan van Geen, Bertus de Harder, Theo Timmermans en Kees Rijvers. Faas Wilkel krijgt geen toestemming van z’n club Torino en moet verstek laten gaan. Na een matige eerste helft speelt Nederland na rust een verbluffende partij voetbal en wint met 1-2 door doelpunten van De Harder (de goddelijke kale) en Bram Appel. Twee keer is de kleine dribbelaar Keesje Rijvers de aangever. De euforie in Nederland is ongekend en door de Watersnoodwedstrijd verandert het denken over beroepsvoetbal definitief. Een half jaar later start een wilde-profcompetitie, anderhalf jaar later is het officiële beroepsvoetbal in Nederland een feit.

Ondanks de ellende van de watersnood gaat de wederopbouw gewoon door. Tijdens de eerste gemeenteraadsvergadering in het Kasteel-Raadhuis, op vrijdag 27 februari 1953,Noot: Vanwege de wateroverlast op voorhand in gebruik genomen. De officiële opening vindt pas in 1954 plaats  wordt aan de fa. P.H. Vloemans te Kaatsheuvel grond in erfpacht uitgegeven aan de Munsterkerk om een stikkerij op te richten. Studio Rex zal aan ongeveer 50 werkkrachten, zowel mannelijke als vrouwelijke, arbeid verschaffen.

Later (1967) zullen de voornamelijk vrouwelijke werknemers van dit stikatelier blijk geven van hun sportiviteit. Daarbij vonden ze in de voetballers van Dussense Boys blijkbaar een goede inspiratiebron en werd er door de vooruit-strevende dames onder de bedrijfsleiding van Gerard van Olst en Jo Damen een heuse damesvoetbalwedstrijd georganiseerd (Zie Afbeelding 3.18).

Ook wordt later in ’t jaar in Dussen ook weer een wielerronde georganiseerd op het parcours in Dussen Binnen. Bij de nieuwelingen worden als kanshebbers getipt: Leo van de Pluijm – al zeven keer bij de eerste zes vanaf het begin van ’t seizoen – Frans Stevens en Tiny Vollebregt uit Dussen en coureurs Joke Weterings en Martien van de Pluijm (den Bakker) uit Hank.Bron: Nieuwsblad 24 mei 1953 Leo van Pluijm uit Dussen oogst in 1953 veel lauweren als wielrenner. In Dussen, Eindhoven, Hilvarenbeek, Rijen Cadzand, Bavel, Zuidzande en Standaardbuiten is hij steeds eerste. Zes keer is hij dat jaar tweede en zes keer derde. In vijfenveertig wedstrijden is hij veertig keer bij de eerste tien.

studiorexAfbeelding 3.18 Het dames-elftal van Studio Rex op de foto. De foto dateert van 10 juni 1967. Foto Jan Lensvelt Jr.

Competitie 1953-54

Ondanks het afzien van promotiewedstrijden het seizoen daarvoor, speelt het 1ste elftal in 1953-54 toch weer in de 2de Klasse 206 en wordt fraai 2de, achter Veerse Boys 2. Het 2de elftal wordt voorlaatste met de aantekening dat men tot 3 maal toe punten in mindering heeft gekregen. Ook de B-jeugd komt niet verder dan de voorlaatste plaats.

Het voorzitterschap van Frans Leeggangers is geen lang leven beschoren. In de vergadering van 11 mei 1954 geeft hij er de brui aan, vooral vanwege de interne kritiek ondervonden van sommige leden. Op 9 juli 1954 wordt Jan Lensvelt verkozen tot voorzitter en Piet Hakkel lid van het bestuur.

De contributie blijkt nog steeds ’n probleem, reden waarom men besluit om met ’n schone lei te beginnen vanaf juni 1954 en de bondscontributie voortaan door de leden zelf te laten betalen, iets wat in ’t verleden ook altijd het geval was geweest. In dezelfde vergadering krijgt Broer Meijers van het bestuur de toezegging dat er een toernooi wordt georganiseerd voor A en B junioren.

Het zwarte jaar 1954-55

Op 22 juni 1954 wordt Kasteel Dussen als kasteel-raadhuis officieel geopend. Voor Dussense Boys is het echter een aanzienlijk minder heugelijk jaar.

Het seizoen 1954-55 is men ingedeeld in de 2de Klasse 206 met Raamsdonk 2, Madese Boys 2, Virtus 3, Veerse Boys 2 en 3, Siveo en Right’Oh. In de eindstand van de Klasse 206 komt Dussense Boys echter niet voor. De reden hiervan was de enorme populariteit waarin de toenmalig succesvolle Dussense amateur-wielrenner Leo van der Pluijm zich mocht verheugen. De zondagse wielerwedstrijden waaraan hij deelnam, trokken zo’n grote belangstelling van Dussense wielerliefhebbers, dat Dussense Boys daardoor tijdelijk geen elftal meer op de been kon brengen. Nog een keer of twee doet men een poging een wedstrijd te spelen, maar als zelfs penningmeester en veteraan Han Rozendaal alsnog z’n kicksen moet aantrekken om in ieder geval met de vereiste acht spelers te kunnen aantreden, legt men het hoofd in schoot.

dbfoto23aAfbeelding 3.19 Foto van de B-junioren begin 50’r jaren. Deze spelers vormde de kern van het later zo succesvolle 1ste elftal dat promotie naar de 1ste Klasse wist te bewerkstelligen. Staand v.l.n.r. Jo Hofmans, leider, Leen Verduin, Benny Simonis, Jan van Luxemburg, Bart Schalken, Tinus Meijers en Henk Donkersloot. Knielend v.l.n.r. Jo van Oirschot, Frits Leenhouts, Bertus Leenhouts, Wim Domenie en Jan Verduin. Foto Tinus Meijers.

Het noopte verstokte leden als Bertus Meijers, maar naar verluidt ook anderen waaronder Gert Donkersloot, om voor één jaar hun heil te zoeken bij de v.v. Almkerk, toentertijd voetballend op ’t veld bij de Uppelse watertoren. De B-jeugd bleef wel gewoon doorvoetballen, zij eindigen 3de van onderen in de Klasse B V.

Competitie 1955-56

Vanwege het niet deelnemen/uitspelen van de competitie in 1954-55, moet Dussense Boys het jaar daarop weer opnieuw in de 3de Klasse beginnen. Het 1ste elftal eindigt dat seizoen (1955-56) als 4de in de competitie, de B-jeugd wordt voorlaatste.

Op 9 juli 1955, doet Gerrit van Bussel z’n intrede in het bestuur van Dussense Boys; hij wordt met algemene stemmen verkozen. De elftalcommissie blijkt weer eens onderbemand, maar wordt met Johan van Olst, Gerrit van Bussel en Anton Akkerman terug op sterkte gebracht. Wim van Olst neemt de plaats in van de zieke contributieophaler Leo van Dortmont (Czn).

Wegens “buitenaf”-werkzaamheden stelt Jan Lensvelt zijn voorzitterszetel ter beschikking. In zijn plaats neemt op 8 juni 1956 Gerrit van Bussel de voorzittershamer over, terwijl Han Rozendaal, op eigen verzoek, alleen penningmeester wordt. Gerrit van Bussel neemt, naast het voorzitterschap, ook tijdelijk het secretariaat waar totdat op 17 juli 1958 Harry Verhoeven – ironisch genoeg de broer van de opgestapte secretaris Jos Verhoeven – tot secretaris wordt gekozen.

hanroosAfbeelding 3.20 Een foto van Johan Rozendaal (Hanneke Roos voor intimi) uit 1973 bij zijn afscheid (31-8-1973) na bijna 25 jaar lang de bestuursfunctie van penningmeester te hebben bekleed. Bij z’n afscheid ontving hij de zilveren KNVB-speld en kreeg hij tevens de eremedaille in zilver verbonden aan de Orde van Oranje-Nassau opgespeld. Foto Dussense Boys.

Het moge duidelijk zijn, de vijftiger jaren kenmerken zich vooral door het grote aantal bestuursmutaties. Zulks had echter ook met de tijd te maken. Vooral werkzaamheden noopte dat men zijn bestuursfunctie moest inleveren en zelfs emigratie – Sjef Radings naar Australië – eiste hun tol op het bestuurlijke vlak. Bij de emigratie van Sjef Radings naar Australië kwam ook de consulfunctie vacant. Deze werd opgevuld door Jos Verhoeven welke de terreinen tot in lengte van jaren bleef keuren. In 1986 nam Jos, vanwege het bereiken van de leeftijd van 70 jaar op het KNVB bondsbureau afscheid als consul en werd hij opgevolgd door Niek Leenhouts die op zijn beurt in 1992 het stokje overdraagt aan Ad van Schendel.

Medio 50’r jaren speelde Dussen een competitiewedstrijd tegen DIA uit Teteringen. Jan van Luxemburg, die op aandringen van Gerrit van Bussel na een kortstondige wielercarrière weer was toegetreden tot de vereniging, speelde als prille linksbuiten tegen een robuuste en door de wol geverfde rechtsback, “de Taaie” genaamd. Als Jan al kans zag op snelheid z’n directe tegenstander te passeren, dan had deze wel een tackle of vliegende schaar in huis om hem alsnog af te stoppen. Piet Hakkel had dat ’n aantal keren aangezien en sommeerde op een gegeven ogenblik tegen Jan, “komde gij ‘ns effe op mijn backplaots staon Jantje”. Een stiefkwartiertje later verliet “de Taaie” hinkend het veld en kon Jan z’n plaats als buitenspeler weer innemen.

Wielrennen

leopluijm2Afbeelding 3.21 Leo van de Pluijm in actie tijdens de Ronde van Dussen in 1956. Het parcours voerde o.a. door Dussen Binnen, op de achtergrond het huis van Christ van Etten. Foto Jan van Dortmont.

Zoals al eerder aangegeven is het niet alleen voetbal wat de klok slaat in Dussen. In 1956 is het dorp opnieuw in de ban van wielrenner Leo van de Pluijm. Inmiddels beroepsrenner Leo, een zoon van Kees (Pijl)Noot: De bijnaam Kees Pijl kwam van de Feijenoord- en Oranjespeler Kees Pijl die tussen 1916 en 1932 topscorer aller tijden werd bij de Rotterdammers: 216 goals in 307 wedstrijden. Hij maakte z'n debuut in Oranje op 23-3-1924 (26 jaar), speelde 8 wedstrijden en maakte daarin 7 doelpunten. Z'n laatste wedstrijd voor het Ned. XI-elftal was op 2-5-1926. Bron Brab.Dagblad 17-1-2002 en Ned.Voetbal – Ned XI-tal 1905-1997, KNVB-PTT telecom 1997.  van de Pluijm uit de Zuideveldlaan die een van de voetballende leden van het eerste uur was, verbaasd vriend en vijand door ’n zeer succesvolle Tour de France te rijden met een 28ste plaats in de eindrangschikking. Hij weet bijna nog de etappe naar Bordeaux te winnen. In de eindsprint wordt hij echter gepiepeld en verslagen door z’n medevluchter Roger Hassenforder.

Het succes van Leo van de Pluijm doet het wielerrondecomité van Dussen besluiten om in 1956 een profronde te organiseren, waarbij de voltallige Nederlandse tourploeg met al z’n coryfeeën aan de start verschijnt en met Start en Finish nagenoeg pal vóór de deur van het ouderlijk huis van Leo in de Zuideveldlaan. Hoewel de ronde sportief en financieel (er was héél véél publiek op afgekomen)  een succes wordt, is het wel het laatste wapenfeit van het wielercomité, want pas in 1967 wordt de wielerronde van Dussen in ere hersteld.

Op reis

Het vervoer naar uitwedstrijden vereiste de nodige creativiteit. Naast de bus van Kilwinger uit Werkendam,  kwam het zelfs voor dat  Leen Koops van de pispottenfabriek in de Zuideveldlaan (later Land en Tuinbouwschool, thans Jéhamé) met zijn bus de voetballers van Dussense Boys naar uitwedstrijden vervoerde. Later ging men er toe over tot het charteren van heuse touringcars, waarbij er tijdens de ledenvergaderingen met enige regelmaat gesteggeld wordt over de hoogte van prijs van het buskaartje.

Tal van “sterke” verhalen betreffen deze busreizen naar uitwedstrijden. Deze waren voor de club weliswaar een kostbare zaak, voor de leden was het meestal ’n plezierig uitje, waar ook onder de supporters grote belangstelling voor was, zodat niet zelden de bus tot de laatste plaats was uitverkocht. Gewoonlijk werd op de terugweg “aangelegd” om de dorstige keel te laven of de overwinning te vieren. In de 60’r jaren was vooral Café Paul van Wanrooij in Oosterhout een geliefde pleisterplaats van Dussense Boys. Daarbij liep de stemming soms hoog op, waarbij een enkele keer ook wel eens wat baldadigheid ten toon werd gespreid. Zo is een delegatie van het bestuur ’n keer per taxi naar Halfweg moeten terugkeren omdat men de biljartballen en biljartkeus uit het café ontvreemd had.

Een andere anekdote betreft voormalig wielrenner/voetballer Ad van der Pluijm en broer van beroepsrenner Leo van der Pluijm, ook wel Van Est genoemd, naar de in die dagen furore makende wielrenner Wim van Est. Aangelegd bij Ko de Nijs in Waalwijk, maakte Ad, enigszins aangeschoten, zich meester van een prachtige vaas welke in de zaal stond te pronken. Met die vaas op z’n hoofd balancerend, liep hij behoedzaam over de dansvloer daarbij luidkeels verkondigend: “Wat Van Est kan, kan niemand.” Z’n historische woorden waren nog maar nauwelijks bestorven, of de vaas kletterde op het parket van de dansvloer in duizend stukjes uiteen. Een ober kwam schielijk toegesneld om de schade te inventariseren. “En ober”, vraagt Ad, “moet dat betaald worden? Nou dat laat ik aan uw eigen beleefdheid over meneer”, zegt de ober. “Nou”, reageert Ad, “dan weet ik ’t wel, dan wordt ie niet betaald.”

Competitie 1956-57

Het seizoen daarop (1956-57) wordt het 1ste elftal kampioen in de 3de Klasse, terwijl het 2de elftal merkwaardigerwijze in dezelfde Klasse als laatste eindigt. Het was toentertijd echter niet ongewoon dat meerdere elftallen van dezelfde vereniging in dezelfde Klasse uitkwamen. De B-jeugd wordt eveneens laatste. Tijdens de promotiewedstrijden tegen Berkdijk 2, Boeimeer 4 en Siveo2, promoveert Dussense Boys opnieuw naar de 2de Klasse.

Omdat zowel Dussense Boys 1 als 2 in dezelfde afdeling speelden, bood dat natuurlijk bepaalde perspectieven, zeker omdat het 1ste elftal meedeed voor het kampioenschap. Zo speelde het 2de elftal om 12:00 uur een uitwedstrijd bij White Boys in Waspik Boven en het 1ste elftal om 14:30 uur een thuiswedstrijd. Omdat White Boys een concurrent voor de bovenste plaats was, werden in het 2de elftal een viertal spelers van het 1ste elftal opgesteld en zowaar wist men een gelijkspel uit het vuur te slepen. Het was het enige punt dat het 2de elftal in de gehele competitie behaalde. De thuiswedstrijd om 14:30 werd door het 1ste elftal overigens gewonnen.

De muziekliefhebbers in Dussen krijgen meer mogelijkheden om hun hobby te beoefenen. Drumband D.O.S. ziet het levenslicht. Het zal een gezonde vereniging blijken met veel aantrekkingskracht op de jeugd van Dussen. De drumband beleeft z’n hoogtepunt begin 70’r jaren met de jaarlijkse organisatie van de Taptoe Dussen en wordt later uitgebreid met een majoretteafdeling.

Competitie 1957-58

In 1958, wordt er weer ’n totaal nieuwe elftalcommissie geïnstalleerd: O.l.v. Bertus Schalken – voorzitter, Bertus de Ronde – secretaris en met de leden Wout van Boxel, Jo Hofmans en Johan Leenhouts, gaat dit team zich bezighouden met de opstellingen van de elftallen en aanverwante zaken, een en ander “geheel naar eigen inzicht en los van alle invloeden van buitenaf”, schrijft het Huishoudelijk Reglement dat in dezelfde vergadering door de leden wordt goedgekeurd. Harry Verhoeven wordt verkozen tot secretaris, waarmee voor het eerst in de bestaansgeschiedenis van Dussense Boys een functiescheiding wordt aangebracht tussen secretaris (Harry Verhoeven) en penningmeester (Han Rozendaal). Het 1ste en 2de team eindigen dat jaar in de middenmoot, terwijl de B-jeugd weer laatste wordt.

Op 24 augustus 1958 wordt door de gehele vereniging à raison van f. 4,50 p.p. een reisje gemaakt naar Twello, alwaar met twee elftallen tegen de club van die plaats wordt gespeeld. In zeer vrolijke stemming keerde men ’s avonds weer huiswaarts en het gebeurde onder Grave dat men bij een stop, om zich wat te verpozen, bij het vertrek Piet Donkersloot (Gzn.) niet meer kon vinden. Alles raakte in paniek, doch na intensief zoeken werd hij uiteindelijk gevonden; slapende in een aldaar geparkeerde bakkerskar. Een soortgelijk geval speelde zich af op 19 juli 1959 op de terugweg van ’n reisje naar Waubach, doch toen lag Bertus Leenhouts te slapen in een veestal tussen de varkens. Over rust gesproken!

Naast voetballen worden door de vereniging ook andere initiatieven ontplooid. Op 13 mei 1958 wordt zelfs een film gemaakt, waarin de hele bevolking van Dussen meespeelt. Vanaf Café Leemans wordt een optocht gevormd door alle verenigingen en ’s avonds ontkomen de Dussense vroede vaderen er tijdens de gemeenteraadsvergadering evenmin aan op de gevoelige plaat vastgelegd te worden.

Drumband DOS wordt uitgebreid met een majoretteafdeling, waardoor de behoefte aan sociaal-culturele accommodatie zich nog meer doet voelen. De kelder van het kasteel doet dienst voor sjoel- en tafeltenniswedstrijden en de grote zaal voor de R.K. instuif balavonden. Toch moest men nog tot 22 mei 1964 wachten alvorens Dorpshuis ’t Middelpunt geopend werd.

Dussen breidt steeds zich verder uit. In 1957 verrijst het Wit-Gele Kruisgebouw aan het Vrijheidsplein en de R.K. Kleuterschool in de Wilhelminastraat. Het protestants-christelijk deel van bevolking bouwt in 1959 het Groene Kruisge-bouw in de Zuideveldlaan en de Kleuterschool met de Bijbel in de Hoek. De zogenaamde “Uitbreiding Noord” wordt gerealiseerd, te weten: de Van der Dus-senlaan, van Axelestraat en Heren van Brechtlaan. In 1960 wordt er de eerste paal geslagen voor de Christelijke Land en Tuinbouwschool en in 1963 wordt de Pius X ULO-school in gebruik genomen en wat later het politiebureau.

Competitie 1958-59

dbfoto8Afbeelding 3.22 Elftalfoto van het 1ste team uit 1957. Staand v.l.n.r.: Bart Schalken, Cees Schalken (chauffeur), Jan van Luxemburg, Leo Meijers, Henk Donkersloot, Piet Hakkel. Zittend v.l.n.r.: Gert Donkersloot, Bertus Meijers, Bertus Leenhouts, Benny Simonis, Gerrit van Bussel (voorzitter). Foto Tinus Meijers.

De functie van elftalcommissielid blijkt zeer in trek bij de leden, want als in 1959 ’n lid vervangen dient te worden, geven zich maar liefst 6 kandidaten op. Uiteindelijk wordt Janus van Dortmont aan de commissie toegevoegd. De aantrekkingskracht van elftalcommissielid wordt waarschijnlijk mede gevoed door de goede prestaties van het 1ste elftal. Het seizoen 1958-59 eindigen 3 ploegen met 27 punten op de 1ste plaats: Veerse Boys 2, TPO en Dussense Boys. In de beslissingswedstrijden is voor Dussense Boys, met tweemaal verlies, helaas geen succes weggelegd.

Het 2de elftal is een goede middenmoter, wat ook geldt voor de B junioren. De contributie wordt vastgesteld op f. 1,00 per maand, trainingsgeld f. 0,20 per avond en bondscontributie f. 1,75 per jaar, te voldoen vóór 1 oktober. De financiële situatie van de club is intussen aanzienlijk verbeterd. Tijdens de rondvraag doet Jan van Luxemburg de suggestie om de aanvoerder van het 1ste elftal voortaan door de spelers te laten verkiezen.

Alternatieve wedstrijden worden ook gespeeld, op ’t veld in ’t Rommegat. In juni 1959 voetballen de gemeenteambtenaren tegen de plaatselijke muzikanten ten bate van het instrumentenfonds van de Dussense fanfare. Niet alleen het instrumentenfonds van de fanfare is winnaar. De muzikanten trekken ook tijdens de wedstrijd met het kleinst mogelijke verschil (1-0) aan het langste eind.

Veldperikelen

OLYMPUS DIGITAL CAMERA

Plan voor een nieuw sportpark in de Krekeldraai zoals door gemeentebestuur geopperd in 1959

Het voetbalveld in het Rommegat dat ondertussen al ruim 25 jaar dienst doet, heeft echter zijn tekortkomingen. Op 22 november 1957 schrijft voorzitter Gerrit van Bussel voort ’t eerst een brandbrief aan het gemeentebestuur. Deze blijken ontvankelijk voor de noodkreet van de voetbalclub al duurt het nog tot 1959 alvorens men met de eerste plannen op de proppen komt. Men heeft het idee een sportpark aan te leggen in de Krekeldraai tegenover clubhuis café De Bocht, tussen de dijk en de vloeisloot. Daarvoor dient grond te worden aangekocht van de Firma Hak uit Giessen, Fien de Joode, C. van der Pluijm aannemer te Rosmalen en schoenfabrikant Leo van Moergestel. Uit de archiefstukken wordt niet duidelijk waarom, maar het plan vindt geen doorgang en de nood duurt voort Van Bussel blijft echter niet stilzitten en zoekt steun bij de voetbalbond maar ook bij het Kerkbestuur, verpachter van het veld in het Rommegat, die lucht hebben gekregen van ruilverkavelingsplannen en de aanleg van de weg van Aalburg naar Hank, waardoor het voetbalveld dient te verdwijnen. Het is dan inmiddels begin 1960. Zij stellen de commissie van Ruilverkaveling een grondruil voor van het huidige voetbalveld met naastgelegen weide gehuurd door Jan Heijmans, voor de Notenweide naast het kasteel en in eigendom bij loondorser Piet van Mierlo en landbouwer J.H. Heijmans, met als doel hierop een nieuw en aan de vereisten voldoend voetbalveld aan te leggen. Hoewel de Ruilverkavelingscommissie welwillend staat tegenover het plan, komt het om onbekende redenen niet tot uitvoering.

Competitie 1959-60

Op woensdagochtend 6 april 1960 is het een drukte van belang aan het Vrijheidsplein. Het voltallig gemeentebestuur o.l.v. Burgemeester Oderkerk en Wethouder van Dijk, initiatiefnemer pastoor Van de Hoven en de beide dominees Voortman en Westerveld, al het onderwijzend personeel en maar liefst 350 kinderen van al de lagere scholen uit het dorp, hebben zich aldaar verzameld voor het planten van bomen in het dan nog maagdelijke plantsoen. Postcommandant J.Th. Albers wordt per 1 juni 1960 bevorderd tot Opperwachtmeester de rijkspolitie.

sbeukAfbeelding 3.22a Trainer Sijm Beuk uit Dordrecht. Foto Bewaarnr. KNVB District Zuid 1 seizoen 2003-2003.

Dankzij de bemiddeling van Cees van Luxemburg wordt Sijm Beuk uit Dordrecht aangeworven als trainer. Beuk was sportinstructeur op de Pontenierskazerne te Keizersveer en voetbalde zelf in het Dordtse ODC. ‘s-Woensdags toog hij op de fiets naar Dussen om de selectie van Dussense Boys te trainen. Omdat hij op wedstrijddagen zelf actief was voor z’n eigen club, liet hij de wedstrijdbegeleiding over aan collega-militair en speler van Dussen 1, Cees van Luxemburg. Op latere leeftijd treedt Sijm Beuk toe tot het kader van de KNVB als Regio-afgevaardigde Amateurvoetbal en Lid Kamer voetbaltechnische zaken.

Het seizoen 1959-1960 wordt een succesjaar voor Dussense Boys. Voor het eerst wordt ook met een 3de elftal aan de competitie deelgenomen, hoewel men met slechts 2 punten als laatste eindigt. De competitie brengt echter ook succes want er worden twee elftallen kampioen, nl. het B junioren elftal (met groot machtsvertoon) en het 1ste elftal, onder de technisch-tactische leiding van Cees van Luxemburg, in de 2de Klasse 205. Uiteindelijk slaagt men er in om gerenommeerde tegenstanders zoals TPO, WVO 2, TSC 3, etc de loef af te steken en promotie naar de 1ste Klasse af te dwingen. Echter niet eerder dan na drie! beslissingswedstrijden tegen Haarsteeg 2. Die promotie was dus niet zomaar verdiend.

Promotie naar 1ste Klasse

De thuiswedstrijd tegen Haarsteeg 2 werd met 3-1 gewonnen, echter uit werd met 3-1 verloren, zodat er een derde beslissende wedstrijd aan te pas moest komen. Die vond plaats op neutraal veld, op het fraaie sportpark van WSC aan de Olympialaan te Waalwijk. Half Dussen was uitgelopen en onder het oog van héél véél toeschouwers, werd het een riante overwinning (5-1) voor Dussense Boys.  In het verslag van Het Nieuwsblad van 17 mei 1960 van deze historische wedstrijd, wordt vermeld: “dat de Boys reeds voor de rust een voorsprong hadden van 2-0, hetgeen voor ’t merendeel te danken was aan het spel van Cees van Luxemburg. Na de rust werd de linksback van Haarsteeg wegens natrappen uit het veld gezonden. Het was toen reeds 4-0 voor de Boys, waaraan linkshalf Jan van Luxemburg nog een doelpunt toevoegde. De linksbuiten van Haarsteeg wist de eer te redden, maar Dussense Boys keerde met een glansrijke overwinning naar huis terug, waardoor promotie een feit is. De fanfare Wilhelmina en drumband DOS brachten de voetballers een welverdiende hulde.”

Overigens was er ook toen al sprake van een zekere mate van supportersgeweld, want zo werd rechtsbuiten Bart Schalken, bij het nemen van een hoekschop, door ’n gefrustreerde Haarsteeg-supporter met een bierflesje op het hoofd geslagen. Dankzij de tegenwoordigheid van geest van de tamelijk uit de kluiten gewassen buschauffeur van Van Mook, die Dussen naar Waalwijk had vervoerd, en diens resolute ingrijpen, werd het incident gelukkig in de kiem gesmoord. Het kampioensfeest was er niet minder om.

Het kampioenschap van het B juniorenelftal kwam mede tot stand door de inbreng van de talentvolle Ad van de Broek (Rzn) die in dat seizoen 34 doelpunten maakte. De uitbundige scoringsdrift van Van de Broek was voor de scheidsrechter bij de uitwedstrijd tegen SCO zelfs aanleiding om hem tot ieders stomme verbazing van ’t veld te zenden.Bron: Mededeling Ad van de Broek, december 2001 Dat belette echter niet dat men met 32 punten uit 18 wedstrijden glansrijk kampioen wordt. Alleen Right Oh weet de jeugdige Dussenaren nog ’n beetje bij te benen, maar nummer drie van de ranglijst heeft bijvoorbeeld slechts 18 punten. De spelers van dit succesrijke jeugdteam, naast veel scorende Ad van de Broek, waren o.a.: Jan Walravens, Wim Leenhouts (Wzn), Frans van Dortmont (Czn), Henk Rozendaal, Jan van Olst (doel), Bertus van Dortmont (Fzn), Wim Schalken (Bzn), Jacques Diepenbroek, Jan van Oirschot, Rien Schalken (Wiel), Wim Leenhouts (Pim) en Gerard van Boxel.

De schotvaardigheid van Ad van de Broek resulteerde er in dat hij als B-junioor aan het eind van de competitie nog z’n debuut maakte in het 1ste elftal van Dussense Boys in een wedstrijd tegen Terheijden. Om zich verder te kunnen ontplooien verruilt Ad echter  aan het eind van het seizoen Dussense Boys voor Uno Animo te Loon op Zand waar hij furore zal maken. Eerst in de A jeugd, maar halverwege het seizoen al in het 1ste elftal, dat ook hij echter niet kan behoeden voor degradatie naar de 3de Klasse KNVB. Het jaar daarop promoveert Uno Animo, mede dankzij de 31 goals van de 17 jarige topscorer Van de Broek, weer terug naar de 2de Klasse.

De successen van Dussense Boys inspireerden ook anderen in ’t dorp, want op zaterdag 21 mei 1960 om 19:00 uur wordt op het veld van Dussense Boys een vriendschappelijke wedstrijd gespeeld tussen Fanfare Wilhelmina en Hak’s Conservenfabriek uit Giessen. De opstelling van de Fanfare luidde als volgt: Doel: de dames: Van Moergestel, Van Dortmont, en Verhoeven. Achter: Leo Heijmans, Piet Vollebregt en Piet Heijmans. Midden: Jan Verschure en Ad van de Pluijm. Voor: Cees Verhoeven, Theo Verhoeven, Cees Schalken (chauffeur), Koos Heijmans en Leo van de Pluijm (Sagt).

Met de promotie van het 1ste elftal naar de 1ste Klasse 102 ging een reeds lang gekoesterde wens in vervulling. Het eerste jaar (1960-61) in de 1ste Klasse eindigde men – samen met JEKA uit Breda en achter Raamsdonk, SAB en VVR – op de 4de plaats in de eindrangschikking. Be Ready degradeerde dat jaar naar de 2de Klasse.

dbfoto40Afbeelding 3.23 Nogmaals het 1ste elftal eind vijftiger jaren. Ogenschijnlijk in clubkostuum, maar niets is minder waar. Het is een typisch voorbeeld van hoe traditioneel destijds de zondagse kleding nog was. Staand v.l.n.r.: Bart Schalken, Frans Schelle, Wim van Olst, Jan van Luxemburg, Henk Donkersloot, Gert Donkersloot. Knielend v.l.n.r.: Adriaan van Dortmont, Benny Simonis, Bertus Leenhouts, Bertus Meijers, Harry Verhoeven. Foto Dussense Boys.

Na een flitsende start direct na de oorlog en een daaropvolgende dip in de eerste helft van de 50’r jaren, tekent de kwaliteitsverbetering bij de club zich in de 2de helft van 50’r jaren duidelijk af  met de kampioenschappen van het 1ste elftal van zowel senioren als junioren. Dussense Boys stond daarmee aan het begin van de meest succesvolle sportieve periode uit z’n historie. Maar liefst veertien seizoenen lang toonde het standaardelftal van de Boys zich een gerenommeerd 1ste Klasser, waarin het de strijd aanbond met toch niet de eerste de beste tegenstanders zoals: Raamsdonk, Waspik, White Boys, Berkdijk en Be Ready maar ook VCW, Jeka, SAB, VVR, UVV, Boeimeer, Riel, Chaam, Beek Vooruit, Nieuwkuijk, Terheijden, etc. Men beschikte met  Henk Donkersloot (Gzn.) en de gebroeders van Luxemburg (Cees en Jan), welke alledrie regelmatig in het vertegenwoordigende Brabants Elftal werden verkozen, maar ook met Bart Schalken, Sjaak van Dortmont en anderen, over ’n lichting talentvolle spelers. Bovendien bleek er later voldoende talentrijke jeugd voorhanden om de op leeftijd gerakende gevestigde krachten te vervangen. Vooral het decennium 1960-1970 behaalt het 1ste team goede resultaten in de 1ste Klasse met als hoogtepunt het seizoen 1967-68 als men slechts 2 punten tekort komt voor promotie naar de 4de Klasse KNVB.

In het kielzog van het 1ste elftal komt ook het 2de elftal periodiek tot aansprekende prestaties met tweemaal promotie naar de 2de Klasse en zelfs bijna naar de 1ste Klasse (1972-73). Dat is tevens de periode van verdere uitbouw van de vereniging met een 4de elftal op zondag, het opstarten van de zaterdag-afdeling en het damesvoetbal en de introductie van het pupillenvoetbal. Met het uitdijen van de vereniging worden de problemen met het voetbalveld echter steeds nijpender. Er wordt wel voortdurend over gesproken en overleg gevoerd, maar daadkracht blijft nog ver te zoeken.